Saturday, May 28, 2011

David Sylvian zingt Emily Dickinson

I should not dare to leave my friend,
Because -- because if he should die
While I was gone -- and I -- too late --
Should reach the Heart that wanted me --

If I should disappoint the eyes
That hunted -- hunted so -- to see --
And could not bear to shut until
They "noticed" me -- they noticed me --

If I should stab the patient faith
So sure I'd come -- so sure I'd come --
It listening -- listening -- went to sleep --
Telling my tardy name --

My Heart would wish it broke before --
Since breaking then -- since breaking then --
Were useless as next morning's sun --
Where midnight frosts -- had lain!


Censuur is overal. In de muziek, in de literatuur, in de cultuur in het algemeen. Niet zozeer de censuur van buitenuit of de cultuur die ons opgelegd wordt door de commerciële logica van massamedia en uitgeverijen. Die censuur kunnen we - als we sluw genoeg werken - nog makkelijk omzeilen. De censuur die van binnenuit komt, is veel erger. Daar krijgen we het gevoel dat het met de "denkende mens" afgelopen is. De Blödmaschinen draaien op volle toeren. De opgelegde logica van het neokapitalistische consumentisme leidt tot vervlakking, gagaisme en een verheerlijking van een soort common denominator als cultuur, waar je zelfs als argeloze meerwaardezoeker moeilijk aan ontsnapt.

Geen artiest was zich meer bewust van die zelfcensuur dan David Sylvian. Aan het begin van de noughties brak de voormalige popheld met de beperkingen die zijn alliantie met het muzieklabel Virgin met zich meebracht. Sindsdien maakte hij een aantal hermetische maar stijlvolle en tijdloze albums, die erg gesmaakt worden door een zekere 'incrowd', maar waar verder geen kat in geïnteresseerd lijkt. Ze hebben ongelijk. 'Manafon' uit 2009 was een triomf van de inhoud over de vorm, al mocht de vormgeving van Chris Bigg met tekeningen van Ruud Van Empel en Atsushi Fukui er ook wel wezen. De warme, gevoelvolle stem van Sylvian werd op dit album tegelijk naar voor geschoven in het geluidsbeeld en opmerkelijk teruggeschroefd. Vrijwel zonder pathos zong/droeg hij zijn snedige, poëtische teksten voor. De muzikale omlijsting werd minimaal gehouden. Uit die tegenstelling groeide een meesterwerk. 'Manafon' leek een fotonegatief van zijn vroegere werk. Alle elementen waren er wel nog, maar in een andere volgorde. Het verbond tussen de Weense experimentele scène onder leiding van Christian Fennesz en Sylvians sombere lyrics lokte gemengde reacties uit. De fans van weleer begrepen het album niet en vonden dat Sylvian maar gauw naar zijn poproots moest terugkeren. Anderen vonden 'Manafon' zijn beste album tot nu toe. Sylvian zelf bereikte eindelijk wat hij al decennialang betrachtte. De druk van het commerciële succes had hij aan den lijve ondervonden. Maar artistiek gezien was 'Manafon' een moeilijk te evenaren hoogtepunt in zijn muzikale loopbaan.

Het is nog even wachten om te zien welke richting Sylvian in de nabije toekomst uit wil. De compilatieplaat 'Sleepwalkers' van eerder dit jaar hernam enkele samenwerkingen van het laatste decennium, maar bevatte verder weinig nieuws. De nieuwe, luxueuze cd-box 'Died in the wool' is ook niet de opvolger van 'Manafon'. Het album draagt als ondertitel 'Manafon Variations'. Een aantal thema’s en nummers van 'Manafon' worden hernomen. Sylvian nam daarvoor de Japanse hedendaagse componist Dai Fujikura onder de arm (zie 'Five lines' op 'Sleepwalkers'). Waarom die herhalingsoefening? Fujikura voorzag de tracks van een hedendaags klassieke score. Jawel, hij liet een strijkkwartet los op de sobere arrangementen van 'Manafon'… We zijn na enkele beluisteringen nog steeds niet zeker of dat wel werkt. Soms lijken de twee concepten gewoon naast elkaar te bewegen. De score van Fujikura volgt de zanglijn van Sylvian niet, maar glijdt er veelal langs alsof de twee apart ontstaan zijn. Dat wordt pijnlijk duidelijk op de nieuwe versie van 'Small metal gods'. De originele versie straalde door zijn naaktheid de pijn van het denken uit. Hier smeren de strijkers van Fujikura het nummer vol stroop. We verkiezen nog steeds het ongenaakbare origineel.

De samenwerking met Fujikura werkt een stuk beter op het titelnummer 'Died in the wool'. Tekstueel graaft Sylvian hier dieper dan hij voordien ooit deed. Hij put zijn inspiratie uit de misdaadnovelle 'Died in the wool' van Ngaio Marsh over een moord op een Nieuw-Zeelandse schapenboerderij. De violen worden dit keer gelukkig voldoende ingekaderd door de strakke, muzikale begeleiding van Keith Rowe, John Butcher, Erik Honoré en Jan Bang. Erg fraai is de gezongen versie die Sylvian maakte van twee gedichten van de Amerikaanse dichteres Emily Dickinson. Daar blijkt nog maar eens zijn ongeëvenaard genie. Doe het hem eens na. Van twee negentiende-eeuwse gedichten maakt hij met instrumentale hulp van saxofonist Evan Parker, Christian Fennesz en Jan Bang hedendaagse, experimentele muziekstukken. Het Dickinson-gedicht ‘I should not dare’ is Sylvian op het lijf geschreven. Het gedicht heeft een zangerigheid in zich die zich uitstekend laat vertalen door de bariton van Sylvian. ‘A certain slant of light’ is opgedragen aan de onlangs overleden Mick Karn, strijdmakker van het eerste uur bij de band Japan. Het nummer wordt doormidden gesneden door een zeer mooie, instrumentale coda van Jan Bang en Erik Honoré.

Sylvian zou Sylvian niet zijn als hij ons niet vergastte op een buitengewone uitsmijter. De box bevat een tweede extra cd met een 18 minuten durende score, die hoort bij een geluidsinstallatie voor de Kunstbiënnale van de Canarische Eilanden, die hij opzette samen met Dai Fujikura. 'When we return you won’t recognize us' is een kregelige soundtrack waarin geluiden schijnbaar structuurloos opduiken en weer verdwijnen. Voor deze compositie werkte hij samen met experimentele coryfeëen als John Butcher, Arve Henriksen, Günther Müller, Toshimaru Nakamura en Eddie Prévost. Dit is ongetwijfeld zijn meest gewaagde compositie tot nu toe. Onze voorkeur gaat echter uit naar het zeer weemoedige 'Last days of december', een pijnlijke analyse van een echtscheiding. Hier passen de spectrale strijkers van Fujikura dan weer wonderwel bij. De autobiografische elementen zijn overduidelijk: 'What shall we tell them when they’ll ask/And they’ll ask'. Het is zeker een interessant experiment om de sobere aanpak van 'Manafon' te overgieten met een vleug klassiek. Maar van een meesterwerk blijf je beter af. 'Died in the wool' is op zijn best wanneer de strijkers gewoon functioneel op de achtergrond gedijen. Als herhalingsoefening van iemand die zichzelf nooit herhaalt is het album geen onverdeeld succes. Anderzijds is het bijna een mirakel dat dergelijke complexe albums überhaupt nog kunnen verschijnen en beluisterd worden. Uiterlijke of innerlijke censuur of niet, Sylvian maakt bij elke release door zijn koppige onverzettelijkheid en experimentele doortastendheid altijd erg veel goed.

'Died in the wool' van David Sylvian is nu uit op Samadhi Sound, www.samadhisound.com

http://www.medium4you.be/Pionierszoon-wordt-pionier-over.html

http://www.cuttingedge.nl/music/reviews/250114-david-sylvian-sleepwalkers-

http://www.cuttingedge.be/telex/4095-david-sylvian-gaat-klassiek

No comments: