Saturday, April 30, 2011

Ira Cohen 1935-2011

Ira Harvey Cohen, of New York, NY, died peacefully on April 25th, 2011 at the age of 76. He will always be loved and always be missed. His legacy lives on. Ira Cohen was born in New York, NY on February 3rd, 1935. He is the son of the late Lester Cohen... and the late Faye Cohen. Mr. Cohen was an innovative and original poet, photographer, filmmaker, publisher, and editor. A self-described "Electronic Multimedia Shaman", he was an active humanist from the 1960s to the present. Mr. Cohen was educated at Horace Mann, Cornell and Columbia. He spent the early 1960s in Tangier, Morocco, where he lived and worked with William S. Burroughs, Brion Gysin, and Paul Bowles. While there, he prepared his first major work; editing and publishing the anthology Gnaoua (1964). This volume contained work by William S. Burroughs, Brion Gysin, Jack Smith, and others. In the late 1960s, he developed and perfected a photography process in his "Mylar Chamber", producing distorted, iconic photographic portraits of Jimi Hendrix, Jack Smith, Robert LaVigne, Angus MacLise, Pharaoh Sanders, and William S. Burroughs, among others. In 1968 he made his first film, The Invasion of Thunderbolt Pagoda, a baroque, underground experimental film. The following year he produced the experimental film Paradise Now in Amerika, documenting the Living Theatre’s 1968 tour. In the 1970s he lived in Kathmandu, Nepal, and operated the publishing house Bardo Matrix, publishing books and broadsheets on handmade rice paper by authors including Gregory Corso, Charles Henri Ford, Paul Bowles and Angus MacLise, as well as several books of his own such as Gilded Splinters and The Cosmic Crypt, illustrated by Petra Vogt. After returning to New York City in the early 1980s, he continued to write and publish poetry as well as stage exhibitions of his photography. In 1986, he directed the film Kings With Straw Mats, a documentary about the Kumbh Mela festival, India’s annual pilgrimage and gathering of sadhus and holy men, which premiered in 1996. His primary work since the early 1990s was as a poet and editor; he edited numerous books (Jack Smith’s Historical Treasures, Gustav Meyrink’s Petroleum Petroleum, and poetry anthologies Shamanic Warriors and Celestial Graffiti) and periodicals (Ins & Outs, Third Rail, Nexus, and 15 Minutes). Mr. Cohen was a participating artist in the Whitney Biennial 2006, Day for Night, which included his photographs of Jack Smith. In the last years of his life, in increasingly declining health, Mr. Cohen gave local poetry readings and received a steady stream of visitors to his home on 106th Street, where the widest possible array of friends and admirers would listen for hours as he would tell stories, read poems and cast insights. He leaves his loving children Raphael Cohen of New York, NY; Lakshmi Cohen of Denver, Colorado; David Schleifer of Massachusetts; and Donna Rafeeka of Egypt. He also leaves his loving daughter-in-laws Kristina Cohen and Janet Schleifer as well as his two grandchildren, Charlie and Jack Schleifer. He leaves his loving sister Janice Honig and devoted brother-in-law Charles Honig, of New York, NY. Burial services will be private; a memorial celebration of his art and life will follow at a future date to be announced in 2011.

Saturday, April 23, 2011

BJ Nilsen & Stillupsteypa, 'Big Shadow Montana'

Brug tussen IJsland en Zweden

‘Big Shadow Montana’ van BJ Nilsen & Stillupsteypa is een totaalervaring. Van de psychedelische hoes tot de analoge sound: het album eist je aandacht op en valt het best te genieten met een koptelefoon en de hoes in het vizier. Niet te vergeten, dit zijn de kerels die verantwoordelijk waren voor de sprankelende totaalsound van Evil Madness. Het nieuw project ‘Big Shadow Montana’ is het stillere broertje van ‘Super great love’: een echte, ronde vinylplaat met een gat erin en een downloadcode.

De Zweed Nilsen ontpopte zich in de laatste jaren als één van de actiefste, experimentele muzikanten. Aan de zijde van Fennesz of samen met geluidsartiest Chris Watson, hij was altijd wel ergens te vinden. Op de albums 'Wind' en 'Storm' verzamelde hij geluidsopnames van extreme weersomstandigheden en stedelijke fenomenen legde hij vast op 'Land' en 'The short night'. Als medecurator van 'Spire - organ works past and future' rekte hij orgelklanken eindeloos uit.

Stillupsteypa is het project van de IJslanders Sigtryggur Berg Sigmarsson and Helgi Thorsson. Na bijna twintig jaar activiteit en achttien albums vormen de heren de speerpunt van de lokale, experimentele scène, met ontelbare projecten en nevenprojecten.

‘Big Shadow Montana’ is een curieus ding dat verslavend werkt. Waar Nilsen, Sigmarsson en Thorsson zich bij Evil Madness nog ontpopten als de feestende achterneefjes van Donna Summer en Human League, is de sfeer hier omgeslagen. De plaat bevat twee trage nummers van meer dan twintig minuten, vol minutieuze details en trage loops. Onbestemd belgerinkel, fluisterstemmen en 78-toerenplaten die op 33 toeren gedraaid worden: alles glijdt voorbij als een intrigerende film in slow motion. Na de twaalfde minuut denken we dat er nog hoop is in deze wereld: de zon breekt door de donkergrijze, IJslandse wolken. Twee minuten later wordt onze hoop de grond ingeboord. Een machine wordt luidruchtig uitgeschakeld. De zon kruipt achter de gletsjers. Vreemde klanken borrelen uit analoge apparatuur aan de rand van een kolkend lavameer.

‘Big Shadow Montana’ roept herinneringen op aan de sfeertjes die Leyland Kirby creëerde met zijn project The Caretaker of aan een ingehouden Pink Floyd in Pompeï (maar dan wel in IJsland!). Ons lievelingsfragment begint ongeveer na tien minuten in het tweede nummer: een heel mooi stukje ambient dat wat doet denken aan Apparat Organ Quartet en waarin myriaden dingen tegelijk lijken te gebeuren. De muziek lijkt plots te zweven boven een kale vlakte. Onnavolgbaar!

http://www.cuttingedge.be/music/reviews/304276-bj-nilsen-stillupsteypa-big-shadow-montana-

CM Von Hausswolff, '800 000 seconds in Harar'

Arthur Rimbaud maakt een plaat

Het literaire leven van de Franse dichter Arthur Rimbaud was kort. Zijn leven in Afrika bestrijkt een veel langere periode dan zijn eigenlijke dichterschap. In het Ethiopische Harar vindt de dertigjarige Rimbaud in 1884 zijn roeping als wapenhandelaar. Hij dompelt zich onder in de lokale cultuur en leert zichzelf Arabisch en Amhaars. Begin 1891 wordt hij ernstig ziek. Zijn rechterbeen is opgezwollen. In april keert hij terug naar Frankrijk, waar zijn been wordt geamputeerd. Op 10 november 1891 sterft de pas 37-jarige Arthur Rimbaud. Het museum in Harar, Maison Arthur Rimbaud, dat volledig aan hem gewijd is en waar hij verbleef, is nu nog steeds een toeristische attractie.

De Zweedse muzikant Carl Michael Von Hausswolff reisde naar Ethiopië om de voetsporen van Rimbaud te volgen. De directe aanleiding was het toneelstuk ‘I is another’ van de Zweedse regisseur Michael Azar, dat gebaseerd is op de beroemde brief die Rimbaud in zijn jeugd schreef. Azar vroeg aan Von Hausswolff om naar Harar af te reizen om daar de sfeer op te snuiven. CM verbleef er tien dagen en maakte geluidsopnames die hij verwerkte voor het toneelstuk en die tenslotte ook terechtkwamen op het album ‘800 000 seconds in Harar’ dat zopas uitkwam op Touch.

Het album bestaat uit twee langgerekte drones. Op het eerste nummer, dat nog eens onderverdeeld werd in drie stukken, gebruikt hij het geluid van het traditionele, Ethiopische strijkinstrument, de krar. Omdat hij het instrument niet echt bespeelt, bewerkte hij het met een strijkstok. Die drone werd dan gemixt met Afrikaanse omgevingsgeluiden. In het eerste deel hoor je alleen insecten, wind en spelende kinderen. Het tweede deel werd ’s nachts opgenomen in een hotelkamer. Het geluid van lekkende kranen suggereert de eenzaamheid die Rimbaud ontegensprekelijk ervoer op deze desolate woestijnplek.

De aparte cd kent weinig variatie. De echte verrassing wordt opgespaard voor het laatste nummer. 'Le dormeur du val' - of 'The sleeper in the valley' - is een van de beroemdste jeugdgedichten van Rimbaud. Het gedicht beschrijft een slapende persoon in de mooie natuur. Pas op het einde van het gedicht zoomt hij in op het lichaam en komen we tot onze ontzetting te weten dat het een dode soldaat betreft met twee rode wonden in zijn borst. Von Hausswolff had het lumineuze idee om het gedicht op zijn negentiende eeuws in morsecode te vertalen. Het lage ritme dat het nummer draagt, is dus een morsesignaal. Het resultaat is een verbijsterende en opmerkelijke track die het album ruim boven het gemiddelde luisterplezier uittilt.

http://www.cuttingedge.be/music/reviews/304293-cm-von-hausswolff-800-000-seconds-in-harar-

Saturday, April 09, 2011

De metamorfosen van Verhelst - over 'Zoo van het denken' van Peter Verhelst

Het denken is een dier dat je moet beheersen. In 'Zoo van het denken' beschrijft Peter Verhelst plastisch hoe hij het denken bij de lurven vat: "We grijpen het denken bij de heupen/en laten ons opnieuw in de dieren lopen/zoals de rode gevorkte tong/van de varaan in een hert." Ooit gaf hij de poëzie op. In 1997 verklaarde hij zich dood als ‘dichter’. Dat was iets te vroeg. In 2003 verscheen ‘Alaska’. "Verhelst poëtiseert de vernietiging", schreef criticus Jos Joosten. De aversie van Verhelst voor de dichtkunst werd ingeruild voor een gestileerd imago.

In 2008 verscheen ‘Nieuwe sterrenbeelden’. De grijze omslag van ‘Alaska’ maakte plaats voor een reproductie van het schilderij ‘Paolo en Francesca’ van de Hollandse romantische schilder Ary Scheffer. De prent toont Dante en Vergilius, die het liefdespaar Paolo en Francesca ontmoeten tijdens hun gezamenlijke afdaling naar de hel. Het paar wordt betrapt op overspel, vermoord en naar de hel gestuurd. Voor eeuwig met elkaar verstrengeld worden ze in een continue wervelstorm meegesleurd zonder ooit tijd te krijgen om op adem te komen.

Wat een contrast met de flap van zijn nieuwe dichtbundel ‘Zoo van het denken’! Zwarte en witte tinten vervangen de kleuren hier. De foto op de omslag werd genomen door Johan Jacobs. We zien danser Wim Vandekeybus in een zeer dynamische pose zittend op de voorpoot van een (stervend?) paard dat de kop helemaal van hem afwendt. Vandekeybus ment het paard door de nek en de knie vast te houden, een vreemd beeld dat ondanks de verschillen toch veel gelijkenissen vertoont met het beeld van Paolo en Francesca. Verhelst heeft het voor de grote poses. De foto verwijst naar het gedicht ‘De paarden’ dat op zijn beurt verwijst naar het dansstuk ‘In spite of wishing and wanting’ van Vandekeybus, waarin dansers zich inbeelden dat ze paarden zijn. De dichter wordt danser. De danser wordt dichter. Dat wordt het duidelijkst in deze choreografie van beelden.

De gedichten in de bundel gaan allemaal over dieren. In de kafkaiaanse observaties van de eerste cyclus ‘Ladies and gentlemen, the zoo is burning’ kruipt hij achtereenvolgens in de gevlekte huid van een zwarte panter, een wapitihert, een java-aap, een sneeuwuil en zelfs het fabeldier de eenhoorn. In ‘Heraldiek’ verbindt hij op ingenieuze wijze details van schilderijen van Rogier van der Weyden met poëtische bespiegelingen over lang uitgestorven diersoorten zoals de caracara, sabeltandtijger, boninduif... In het erotisch geladen gedicht ‘Cheetahs’, dat onderverdeeld werd in een avond-, nacht- en daggedeelte, voert hij het spel verder op: katachtigen sluipen omzichtig om elkaar heen in wat op een paringspel lijkt: "twee cheetahs met uitgestrekte nek / alsof ze hun hoofd in diamanten hemel willen duwen / neusvleugels in de lucht, alsof alleen wij kunnen ruiken."

‘Nieuwe sterrenbeelden’ was een hyperromantische dichtbundel. De onmogelijke liefde werd er hypergestileerd weergegeven in weergaloze verzen. In ‘Zoo van het denken’ blijft geen spoor over van die romantiek. De gedichten zijn kil, messcherp en analytisch. Deze cyclus kan evengoed het logboek zijn van een reis naar de magnetische Zuidpool als een privétocht door het brein van Verhelst. Hersenhelften worden omhooggehouden als ijsklompen. "Huil niet/of je oogbollen bevriezen." bezweert hij zijn bemanningsleden. Gezichten die in een wak geduwd worden, krijgen een glazen hoofd. Iemand duwt zijn hoofd in de sneeuw en slaat sneeuwmaskers uit zijn achterhoofd. De cyclus eindigt met dit hopeloos verwrongen beeld: "We zitten tegenover elkaar geknield, voorhoofd tegen voorhoofd,/hand op elkaars hart, mond op mond en geslacht/onophoudelijk wrijvend in geslacht, alsof we denken/zo vuur te maken."

'Zoo van het denken' is zonder twijfel een ingenieuze en geniale dichtbundel. Soms moet je als lezer heel hard slikken. Vooral als je je vruchteloos een weg zoekt doorheen die overdaad aan kolkende beelden- en woordenvloeden. Kokhalzend snak je op de duur naar wat ademruimte en naar een gat in je verbeelding om alles wat Verhelst ons voorschotelt te kunnen bevatten. Het had soms wat soberder gemogen. Verhelst is op zijn best wanneer hij zijn denken beheerst. Uit ‘Adders van Palestina’ citeren we deze onovertroffen verzen: "Je komt op me zitten/met je rug naar me/toe,/je buigt achterover,/in je ruggengraat/buigt een adder mee:/." 'Nieuwe sterrenbeelden’ was een meesterwerk, deze bundel moet het wegens enkele zwakke passages doen met wat minder. Toch loont het de moeite om het boek eens ter hand te nemen, want 'Zoo van het denken' is de triomf van het denken van Peter Verhelst.

recensie op http://www.cuttingedge.be/books/reviews/302350-zoo-van-het-denken

Peter Verhelst, 'Zoo van het denken', Prometheus, 2011, ISBN 978 90 446 1757 3.

Wednesday, April 06, 2011

David Sylvian gaat klassiek

Dat hij niet in het lijstje van voorjaarsreleases voorkomt van Pitchfork, is tekenend voor een muzikant als David Sylvian. Als vaandeldrager van de internationale avantgarde bekleedt hij een ietwat aparte plaats in de muziekwereld. Toch werd de naakte sound van ‘Blemish’ onlangs opgepikt door het designmerk Armani, dat de ongepolijste klanken gebruikte voor een kuis reclamespotje met tennisster Rafael Nadal in de hoofdrol, zie hier voor het opmerkelijke resultaat:http://www.youtube.com/watch?v=RbfFeXPkvsQ&playnext=1&list=PL2FF4BA6C6A10DE6E. Maar kijk: het zat er al ook een tijdje aan te komen en eindelijk is het zover. Het nieuwe dubbelabum van David Sylvian werd opgenomen met een heus strijkorkest. De dubbelaar heet ‘Died in the wool’ naar een roman van de Japanse schrijver Ngaio Marsh en is een nauwe samenwerking met de Japanse hedendaagse componist Dai Fujikura. Fujikura verzorgde de klassieke, muzikale omlijsting van het meest verrassende nummer ‘Five lines’ op de verzamelaar ‘Sleepwalkers’ van eind vorig jaar. ‘Died in the wool’ bevat herwerkingen van enkele nummers van ‘Manafon’, nieuw materiaal van Sylvian, composities van Fujikura en de 50 minuten durende compositie ‘When we return you won’t recognise us’. De dubbelaar verschijnt op 23 mei. Hier is alvast de voorlopige, volledige tracklist:

Disc 1:

Small Metal Gods
Died In The Wool
I Should Not Dare
Random Acts Of Senseless Violence
A Certain Slant Of Light
Anomaly At Taw Head
Snow White In Appalachia
Emily Dickinson
The Greatest Living Englishman (Coda)
Anomaly At Taw Head (A Haunting)
Manafon
The Last Days Of December

Disc 2:

When We Return You Won't Recognise Us

http://www.davidsylvian.com/diedinthewool/