Wednesday, March 30, 2011

KAAS KAAS Elsschot in een Zimmer Frei - Peter Holvoet-Hanssen over ‘De reis naar Inframundo’

‘De reis naar Inframundo’ is een zelfgemaakte keuze uit de gedichten van de Antwerpse stadsdichter Peter Holvoet-Hanssen. Geen verzamelde gedichten, noch zomaar een bloemlezing, maar een ‘bloemlezingbundel’ zoals hij het zelf omschrijft. Door sporen te volgen doorheen zijn poëtische exploraties in de periode van 1990 tot 2008 zien we hoe een poëtische ontdekkingsreiziger een web van verzen maakt, gehavend in de wind. De voedingsbodem van de exploratie is ‘Strombolicchio. Uit de smidse van Vulcanus’ (uitg. Bert Bakker, 1999), een bloemlezing uit de periode van 1979 tot 1998 waarin hij eigen genres uitvond als ‘baldakijnen’, ‘vliegende tapijten’ en ‘drijvende doodskisten’. Uit de bloemlezingbundel kozen we een tiental gedichten. Vervolgens lieten we PPH die gedichten becommentariëren.

Voor Paul Snoek

Voorbij Vuureiland knarst de tand des tijds./Wijsneuzen verbleken.

Peter Holvoet-Hanssen: 'Dit gedicht is een eerbetoon aan 'reizigers in het hoofd' zoals Paul Snoek, die gedichten schreef als 'De zeemeerman': geen gevoelslava maar eenzaamheid tussen de regels. Ook PHH maakte een eigen wereld onder de waterspiegel van het hoofd. 'Een proces van jezelf afbreken en weer opbouwen, stelde hij bij aanvang. 'Voor Paul Snoek' is een oproep, niet in het minst tot de dichter zelf, om een wááier van werelden te scheppen, een uiterst wendbare en fijngevoelige schotelantenne te bouwen – om flarden van een ultieme melodie op te vangen waar geluk en lijden in zijn vervat – en tot voorbij de territoriale wateren in de poëzie te varen. Tot waar 'wijsneuzen verbleken'. IJdelheid verdwijnt uit het vaandel.'

La Magdalena

In een grot bij Santander werd een fossiel gevonden/Pipo is zijn naam want schalks zijn die Santanderijnen

PHH: 'Na het officiële debuut 'Dwangbuis van Houdini' (1998, Debuutprijs 1999) verscheen in 2001 – bij uitgeverij Prometheus – 'Santander. Ontboezemingen in het vossenvel'. Op de rand van een psychose balancerende personages als de machtwellustige 'tovenaar' en zijn rivaal 'Sneeuwmaker' gaan ondergronds. Een leerling-troubadour is op weg naar Santander, maar zal er nooit geraken – dat deert hem niet. Het avontuur van de reis zelf primeert. Het gedicht ‘La Magdalena’ is een kantelmoment, na rust en symmetrie brengen gevaarlijke narren de vossenbundel uit evenwicht. HH en zijn muze Noëlla Elpers (aanhef in cursief door zijn priveredactrice, jeugdschrijfster), samen ‘Het Kapersnest‘, hebben iets met Johanna de Waanzinnige. De moeder van Keizer Karel duikt op in de adolescentenromans van Noëlla Elpers (in het veel bekroonde en gelezen ‘Dolores!’ en het fonkelende ‘vervolg’ ‘Vuurkraal’) en ook in dit HH-gedicht – een reis doorheen de tijd ‘in het beweeglijk’ element’. La Magdalena is een rots nabij Santander, PHH wilde dan ook een rots van een gedicht maken, blakend in de branding, een smeltkroes.'

Door de poort

in de wasserij van Spinalonga, eiland van ellende met/oude vestingmuren, wallen zo massief, gevoelloos als mijn vel

PHH: 'Het Kapersnest bezocht het melaatseneiland ‘Spinalonga’ bij Kreta, waar onze vrienden de Grieken hun leprozen tot 1957 opgesloten hielden. Eens door de poort moest je afscheid nemen van familie, geliefden en vrienden. Er waren maar 44 graven waar je maar vier jaar begraven kon worden door plaatsgebrek. Troubadour PHH schreef dan ook 44 gedichten (‘Spinalonga’ (2005) werd in 2008 bekroond met de driejaarlijkse Cultuurprijs van de Vlaamse Gemeenschap (2008). HH zag dat er ook kroegen waren geweest, een poppentheater, iemand hield zich bezig met een krantje: een zoektocht naar (levens)kwaliteit ondanks alles, in bittere omstandigheden. Opstandig van nature schrijft PHH een liefdesgedicht voor zijn ‘kaperskapiteine’, met opzet romantisch en vol adjectieven, al was en is dat niet bon ton. Het woord ‘roos’ komt vaak terug in zijn verzen (‘Spina’ betekent trouwens doorn): als een ‘rozenmaker’ probeert HH vertakking en verstrakking naar de monding te krijgen, hij poogt ‘doornen tot een roos te maken’. De poging telt. En ook als het faalt, laat PHH dat zien: hij durft zich ‘onwaardig’ te gedragen, daar wordt iemand al eens hoornig van. Zijn ‘tritonistische’ opzet (zoals hij het zelf noemt, een ongrijpbare vossensprong) maakt een eigen niche, buiten de traditionelere poëzie en dichters die in de biotoop van Van Bastelaere met of zonder diens goedkeuring opereren.'

Dit is de stad

Europa, zwarte gaten rukken op-aan de rand van de stad/kijkt een jongen naar rechts, wordt links gegrepen door een trein

PHH: 'Vader Holvoet had een Kortrijkse familie, moeder Hanssen kwam uit Limburg. De jongste spruit was een verbindingsofficier tussen vader en moeder, twee tegenpolen. In de troubadoursbundel ‘Spinalonga’ wordt een met opzet gezwollen, romantisch stadsgedicht gevolgd door ‘Dit is de stad’, keihard. Maria én Allah worden verbonden als Linker- en Rechteroever. In ‘De reis naar Inframundo’ groepeert PHH ook zijn stadsgedichten vóór hij Stadsdichter-met-Vrijbrief van Antwerpen werd. Hij pookt met zijn vinger in de wonde van de metropool: waar zwarte gaten oprukken.'

Kuifje in Oostende

De paarden! De paarden/Het hoefgetrappel klop klop klop/door de straten in mijn hoofd/en Ensor op de wolkenbok.

PHH: 'Uit de ‘wrakhoutgedichten’ van de laatste bundel ‘Navagio’ – na de storm op het einde van ‘Spinalonga’ die over de wereld raast. ‘Een kaal hoofdje ziet het zand schitteren’: PHH waarschuwt voortdurend voor de ziekten van de tijd, die hij als gespleten en verstikkend ervaart. Maar levenslust primeert ondanks alles. Ook dit gedicht blijft zonder voordracht overeind. Fan zijnde van het album ‘De schat van Scharlaken Rackham’ schreeuwt de dichter als een meeuw naar de afgrond die lonkt.'

Grafschrijver

dood doet leven en zot zijn pijn/doorgezakte stoel der wijsheid/ingeslikte hemelsleutel

PHH: 'PHH is steeds op zoek naar andere camerastandpunten. Of hij verplaatst zich in situaties waar hij ooit zelf kan in terechtkomen. Veel gedichten van ‘Navagio’ werden op kerkhoven geschreven. Bereidt hij zich hier voor op de mogelijke dood van een geliefde? De microcosmos wordt opnieuw met macro verbonden: het intieme lijden gekoppeld aan wereldleed. Het universum van PHH is immers geen gepolijste wereld. Hier ligt de wereld aan scherven, en (oorlogs)gruwelen komen het organisme van het gedicht binnengewaaid. Intro en outro zijn uitersten door het gedicht verbonden tot één zinderend geheel.'

Zoutkrabber Expedities

de huid van het gedicht allergisch voor bepoteling/'t zout parelde op de strofen ze zweeg ik heet beynashmoshes

PHH: 'Op www.antwerpen.be/boekenstad(klik ‘Stadsdichter’) zie je dat de ‘StadsPeter’ andere dichteres(sen) toelaat om zijn poëzie-organismen te infiltreren, vorm te geven. Het gedicht ‘Zoutkrabber Expedities’ (ook uit ‘Navagio’) is daar de voorbode van: het omarmt een Jiddisch lied geschreven door ene Jan Robberecht, ‘Ridder van het Kapersnest’, een briljant klezmeraccordeonist die door een ongeluk nooit meer accordeon zal kunnen spelen. Het gedicht gaat over poëzie zelf, over het falen van de reis en dan plots toch die flonkering in de golven. Maar dan slaat het noodlot toe: zoals in Amsterdam de laatste Hitlergetrouwen het vuur openen op een feestende massa. De Jiddische verzen druipen als bloed naar beneden en de reis gaat voorgoed de stilte van de dieperik in. ‘Zoutkrabber Expedities’ is ook de werktitel van een novelle die in 2012 gaat verschijnen. Een fragment – in samenwerking met Christoph Bruneel van l’Âne qui butine – is te beluisteren in het City Books Oostende-luik van deBuren.'

Peter Holvoet-Hanssen, 'De reis naar Inframundo', Prometheus Amsterdam 2011, ISBN 978 90 116 1709 2.

Wols, 'Unframe'

Aanstekelijke dubstep uit Rusland

Wie ooit een muziekprogramma zag op de Russische staatstelevisie, zal het volgende kunnen beamen: Russen hebben een slecht ontwikkelde muzieksmaak. Dat is nog een eufemisme voor wat we daar te zien krijgen. De door de staat gesubsidieerde artiesten en muzikanten munten uit door smakeloosheid. Westerse genres worden gekopieerd in een decor van glamour en glitter waar zelfs Franse variétéshows een punt aan kunnen zuigen. Telkens dezelfde sterren dagen om de week op in telkens dezelfde bonte parade. Creativiteit komt hier niet of nauwelijks aan de orde. In dit door de overheid gecontroleerde milieu is het voor 'alternatieve artiesten' onmogelijk om aan bod te komen.

Toch is er de laatste jaren één en ander aan de hand. Het internetcollectief FUSElab bijvoorbeeld verzamelde een kleine groep artiesten om zich heen uit dit onmetelijke land. Het zijn allemaal muzikanten die het aandurven om tegen de stroom in te experimenteren. Het Oekraïnse éénmansproject Maxim Kiritchenko alias Niekto produceert dark ambient. Polar Lights uit Kaliningrad maakt zeer aantrekkelijke, winterse soundscapes. Krasnoyarks Arktor specialiseerde zich in triphop en postrock. Het Russische dubstepduo Evgeny Shchukin en Alexander Tochilkin, die FUSElab runnen, spant de kroon als Wols. Samen met de kliek rond hun site lonken zij met hun debuut ‘Unframe’ meer naar het Westen dan naar hun eigen land.

‘Unframe’ kwam uit op het Hamburgse kwaliteitslabel Pingipung. Beide jongens zijn afkomstig uit het Zuidrussische Krasnodar nabij de Zwarte Zee, een prachtige streek die bekend staat om zijn uitgestrekte zonnebloemvelden maar ook om zijn ‘bloeiende’ dubstepscène. De naam Wols is een anagram van ‘slow’ maar betekent in het Russisch ook zoiets als 'een persoon die met zijn hoofd in de wolken loopt'. Wij zijn in elk geval sterk onder de indruk van hun eerste langspeler. Het duo gebruikt oude vintage Sovjet synthesizers en drummachines voor een aanstekelijk en een origineel en zeer zwaar aangezet dubstepgeluid.

De zwakte van veel Russische muziekprojecten is dat ze veelal amechtige pogingen zijn om Westerse muziekstijlen te imiteren. Wols bewijst dat ze een eigen smoelwerk bezitten. Van de hiphopbeats van ‘Geek Rudohop’, de rework van ‘Damage’ van het Siberische technowonder Illuminated Faces, het onmiskenbaar Russische 'Subland hike' tot de internationale hymne ‘International’: ‘Unframe’ is een album dat erg goed in elkaar zit en wel eens grensverleggend zou kunnen zijn voor de toekomstige, Russische elektronische muziek.

http://www.cuttingedge.be/music/reviews/294936-wols-unframe-

Sven Kacirek - 'The Kenya sessions'

Herinneringen aan Kenya

Jazzdrummer Sven Kacirek trok vorig jaar naar Kenya om er een album op te nemen voor het Duitse Pingipung. Tijdens zijn lange reis door het Afrikaanse land verzamelde hij veldopnames van lokale bekende en minder bekende muzikanten. De originele sessies werden later bewerkt in zijn Hamburgse studio. ‘The Kenya sessions’ verweeft de inbreng van Kacirek op een subtiele wijze met de originele muziekstukken.

De 80-jarige Kenyaan Okumo Korengo bespeelt de nyatiti, een achtsnarig instrument van de Luo. Op ‘Arsenal aluny village’ hoor je hoe hij zingt en de maat aangeeft. De nyatiti wordt aangevuld met piano- en xylofoonklanken van Kacirek. Het nummer ‘Old man small studio’ met de populaire zanger-drummer Owino Koyo was een vondst. Sven raakte zo gefascineerd door zijn speciale stem dat hij onmiddellijk vroeg om een nummer met hem op te nemen. De opnames vonden plaats in de kleine hutstudio van Koyo.

Kacirek kwam net aan in het dorp Rangala terwijl er een zang- en dansfeest bezig was. De oorspronkelijke ceremonie werd uiteindelijk een welkomstreceptie voor de Europese gasten. Na een diepe stilte hieven de inwoners een gebed aan om de Duitse muzikant succes toe te wensen met zijn opnames. In Rangala woont ook de 70-jarige Anastacia Oluoch. Als 'Ogoya Nengo' raakte ze ver buiten de grenzen van haar dorp bekend omwille van haar traditionele dodozang. Op de cd zingt ze het ontroerende nummer 'Dear Anastasia'.

In het grappige ‘Kayamba tuc tuc’ hoor je de tuc tuc, een driewielige fietstaxi in combinatie met de percussieklanken van de kayamba. Op ‘Turkey dance’ speelt een band in Ohanglastijl op nyatiti, viool, percussie en andere lokale instrumenten. De inbreng van Kacirek is gering: hij voegde er wat percussie aan toe van stenen. Een echt kippenvelmoment is het lied ‘Mariä’ dat hij opnam in Kwale op ongeveer 10 kilometer van de kust. Vijf vrouwen begonnen spontaan te zingen toen een feest al afgelopen was. Kacirek had zijn microfoon net bij de hand. Achteraf hoorde hij van het stamhoofd dat het om een begrafenislied ging.

‘The Kenya sessions’ is geen origineel concept. Tal van Westerse muzikanten reisden naar Afrika om er muzikale inspiratie op te doen. Maar Kacirek behandelt het gevonden materiaal met heel veel respect. De muzikale toetsen die hij zelf aanbracht in zijn Hamburgse studio zijn zeer subtiel. ‘The Kenya sessions’ is een album dat nu eens vrolijk klinkt (‘Arsenal aluny village’), dan weer melancholisch (Mariä, Paperflowers). Best een aanrader voor de fans van niet-alledaagse muziek.

http://www.cuttingedge.be/music/reviews/296372-sven-kacirek-the-kenya-sessions-

Tuesday, March 15, 2011

Dood als sierlijke krul - Over 'Tussen dood en herleven' van Bart Stouten

IJdele kunst is het die de dood probeert te vatten. Toch zou iemand eens moeten tellen hoeveel maal het woord ‘dood’ voorkomt in de nieuwe dichtbundel van Klara-presentator Bart Stouten. Heel veel keren dus. ‘Tussen dood en herleven’ bevat zelfs een gedicht dat compleet gewijd is aan de dood. Daaruit plukten we de zinsnede ‘Dood / sierlijk hiragana / in de leegte’: zonder twijfel een van de mooiste verzen die we dit jaar al lazen. Ter verklaring: hiragana is het Japans fonetisch alfabet. Het teken voor dood (shi) in het Japans is een sierlijke krul naar boven. Heel de dichtbundel wasemt die gracieuze weemoed uit.

Bart Stouten is de beleerde stem die bijna elke avond van de week op Klara ‘De tuin van Eden’ presenteert: een gevarieerd programma dat een vleug poëzie combineert met klassiek, wereldmuziek en jazz. Op zondagmorgen presenteert hij ‘Stouten op zondag’ met een keur aan klassieke muziek die de eeuwen overspant. Daarnaast publiceert hij proza en poëzie. De dichtbundels ‘Sapporo blues’, ‘De wijsheid van de wind’, ‘Happy Christmas, Happy New York’ en ‘Een boek van tijd’ werden telkens erg lovend onthaald. ‘Tussen dood en herleven’ is smaakvol uitgegeven door de Leuvense Uitgeverij P. De bundel oogt stemmig en sober met een toelichting door de schrijver en een geheimzinnige opdracht in het Duits: ‘Yonah Foncé gewidmet’.

Die Yonah Foncé-Zimmermann of kortweg Jan Foncé was de eerste curator van het Antwerpse MUHKA en een close friend van Stouten. Foncé stierf een mysterieuze dood. Was het alcoholisme? Aids? Kanker? Het raadsel blijft hangen na het lezen van de bundel. Het epische gedicht ‘Afscheid van een keizer bij volle maan’ is aan hem gewijd. Als hommage aan deze bijna vergeten figuur verweeft de dichter herinneringen aan hun vriendschap (de gezamenlijke liefde voor Beuys, Warhol, tennis, Firenze enz.) met de impressies die een bezoek aan het Sint-Vincentiusziekenhuis waar hij ligt te sterven, met zich meebrengen. ‘Afscheid van een keizer …’ is het meest pakkende deel van de hele bundel. Beuys was overal en nergens -/ triomf van verval / met gedenksteen - / op een tram zu einer /Besseren Gesellschaft, /met dromen /die elkaar verlaten.

‘Tussen dood en herleven’ is opgedeeld in twee cycli: het ‘Uurboek’ en een ‘Sonate van de dood’. ‘Uurboek’ is een suite van vierentwintig gedichten met telkens twaalf verzen, die als een poëtisch dagboek de uren van een weekend verbeelden. De suite begint (op vrijdagavond?) om 19 uur met het gedicht ‘Bad’ en eindigt (op zondagavond?) om 18 uur met Bach en met het gedicht ‘Zoals’. Mijmeringen en bespiegelingen zijn het die de vorm van gedichten aannemen. Serene en beschouwende poëtische impressies waar af en toe een glimp van de buitenwereld in doordringt. Zomaar een gedicht waarin ik me afvraag / waarom ik al die tijd nog bij je wil blijven / terwijl ik jou en mij, en hoe ik je behaag / in swingende schoonheid weer beklaag.

De tweede cyclus ‘Sonate van de dood’ bestaat uit vier lange gedichten. Het eerste deel werd gewijd aan Yonah Foncé-Zimmermann. ‘Geen volle manen meer’ is een wandeling door de nauwelijks herkenbare laan waar Stouten vroeger woonde. Een bezoek aan de Co-kathedraal van La Valletta in Malta en het schilderij ‘Onthoofding van Johannes de Doper’ vormden de aanleiding tot het gedicht ‘De tijd onthoofd’. Het laatste deel ‘Closing-down proces’ werd uitgeschreven als een filmscenario in vier delen. De verzen van Stouten zijn ritmisch en strak en zitten vol beeldrijke elementen. Hij is een verdienstelijk dichter die zijn inspiratie vooral haalt uit klassieke muziek, kunst en vreemde culturen. ‘Tussen dood en herleven’ is een bundel die uitstekend past in de geluidsdichte studio van Klara waar alleen een stem, een streep klassiek, maar vooral veel witregels en stilte gedijen. als dichter moet je… // …zwijgen luidt het ergens gevat in deze smaakvolle bundel.

http://www.cuttingedge.be/books/reviews/294942-tussen-dood-en-herleven

Thursday, March 10, 2011

Evil Madness - 'Ancient legendary club space'

B-movie matinee in IJsland - 'Super great love' van Evil Madness

Een eerste beluistering van ‘Super great love’ van de IJslandse supergroep Evil Madness ontlokte ons spontane zegekreetjes. De IJslanders zijn zwaar getroffen door de economische crisis, maar hun artistieke en muzikale exploten zijn allesbehalve opgedroogd. Evil Madness is een IJslandse bende van muzikanten die actief zijn in talloze andere projecten. Jóhann Jóhansson is een neoklassieke componist. Sygtryggur Berg Sigmarsson en Helgi Thórsson vormen het avant-collectief Stillupsteypa. Vreemde eend in de bijt is de Noorse experimentele muzikant BJ Nilsen.

Wie welke rol speelt in de groep is onduidelijk en niet eens zo belangrijk. Het plezier spat er van af. De leden verenigden zich uit een gedeelde liefde voor horror b-films uit de jaren zestig en zeventig. Beïnvloed door de psychedelische beeldenrijkdom van die vroege b-films, wilden ze een maffe soundtrack crëeren. Evil Madness bracht tot nu toe drie albums uit: ‘Demoni paradiso’ en ‘Demon jukebox’ op het IJslandse 12tonar, ‘Cafe Cicago’ als lp in een gelimiteerde oplage op het Belgische experimentele label Ültra Eczema. Klap op de vuurpijl is het gloednieuwe album ‘Super great love’ in een psychedelische hoes als lp en cd op het Oostenrijkse Editions Mego.

De ‘zotte’ klanken van Evil Madness doen denken aan het IJslandse retrocombo Apparat Organ Quartet. Stokoude, analoge synths, computers en orgels werden van de schroothoop gered voor een massief en symfonisch geluid. Evil Madness gaat hierin nog een paar stappen verder. De sensuele sound put bijna volledig uit de disco van de jaren zeventig. Het twaalf minuten durende ‘Maxim’s goldfinger’ bijvoorbeeld lonkt hevig naar een vroege Human League. ‘Being boiled’ is nooit veraf. Elders hoorden we echo’s van ‘War of the worlds’ en zelfs ‘Computer world’ van Kraftewerk. De invloeden zijn zo goed verpakt dat ze er mee weg komen.

IJsland mag dan al economisch op zijn gat liggen en herleid zijn tot een vissersstaat, Evil Madness bewijst dat ze muzikaal nog tot veel in staat zijn. Eveneens interessant om te beluisteren is ‘Cafe Cicago’ dat uitkwam op het obscure Belgische label Ültra Eczema en het grimmige broertje vormt van ‘Super great love’. Het album klinkt een stuk meer lofi. De nummers worden vrij onverhoeds afgebroken, maar ook hier trekt het vijftal alle registers van hun synths en comps open. Het futuristische retrogeluid van Evil Madness belooft dé sound te worden van het voorjaar van 2011.

http://www.cuttingedge.be/music/reviews/292048-evil-madness-super-great-love-

Opgroeien in Tbilisi - 'Forgetfulness' van Natalie Beridze/TBA

Welke radiosamensteller met lef durft van deze Natalie Beridze TBA de meest onwaarschijnlijke ster te maken? Haar nieuwe cd ‘Forgetfulness’ heeft gewoon alles: een intelligent en fris geluid, een hypermoderne productie, een superinteressante, geanimeerde videoclip met een boodschap. Als tegengewicht voor de 'gemaakte' zangeresjes van deze wereld kan dit zowaar tellen. Bovendien deed ze bijna alles zelf. Beridze komt niet uit New York, Londen of zelfs Berlijn, maar uit Tbilisi of all places, de hoofdstad van Georgië. ‘Forgetfulness’ bevat impliciet een politieke boodschap. Het straatarme Georgië bevrijdt zich van het juk van het vroegere Oostblok en lonkt met techno naar het Westen.

Beridze werd vorige zomer ontdekt en opgepikt door het Berlijnse Monika Enterprise label. Na het succes van haar debuut-ep met een opgemerkte cover van NIN’s ‘Hurt’ bracht ze haar eerste langspeler uit. Aan ‘Forgetfulness’ is heel hard gewerkt. De productie is top. Stefan Betke verzorgde de mastering. En dat hoor je! De muziek zweeft tussen kregelige ambient en lichtvoetige techno. De lijzige, wat vlakke stem van Beridze lijkt op die van Ingrid Chavez of Antye Greie van AGF. Op de pianoballade ‘Blue shadow’ krijgt ze het gezelschap van een zeer opmerkelijke gast: het nummer is een samenwerking met de Japanse supermuzikant Ryuichi Sakamoto.

De teksten van Beridze zijn mysterieus en worden bijna gefluisterd. ‘Insanity and good reason/disgrace and honor/all that brings on thoughtfulness/is spilling over’ zingt ze op het mooie ‘Best burden’. Het is moeilijk om hoogtepunten aan te duiden op het album. Alle tracks zijn de moeite waard. Luister naar de lome beats van ‘Whatever falls is sumptuous’ om jezelf daarvan te overtuigen. Smaakmaker is het met zware beats gelardeerde ‘What about things like bullets’. Maar ook ‘The face we choose to miss’ lonkt naar de Berlijnse technoclubs. Het nummer ‘In the white’ bloeit mooi open als een exotische bloem.

Goede elektronische muziek komt niet alleen meer uit West-Europa, Australië of Amerika, maar uit de meest onverwachte en ver afgelegen streken en uithoeken. ‘Forgetfulness’ van Natalie Beridze uit Tbilisi is een bewijs dat er geen grenzen meer zijn en dat alles kan. Natalie Beridze ontpopt zich op het hartverwamende ‘Forgetfulness’ als een vrouwelijke David Sylvian après la lettre. Dit is een album om te koesteren. Prettige lente alvast! Nu nog de radiosamenstellers.

http://www.cuttingedge.be/music/reviews/284658-natalie-beridze-tba-forgetfulness-