Tuesday, December 30, 2008

Opknappers & Afknappers 2008

OPKNAPPERS 2008

Geert Buelens, 'Het lijf in slijk geplant. Gedichten uit de Eerste Wereldoorlog.' Ambo/Manteau, 2008.

Een krachttoer! Buelens toont hoe een oorlogscanon tot stand komt. 'Het lijf in slijk geplant' is een monumentaal werk en een standaard voor later onderzoek. Respect!

Rodaan Al Galidi, 'De laatste slaaf', Meulenhoff/Manteau, 2008.

Al Galidi woont nu in Antwerpen en keert in grote vorm terug. 'De laatste slaaf' kruipt onder de huid. Bedaarder en meer overdacht dan 'De herfst van Zorro' maar daarom niet minder bijtend.

Hans Groenewegen, 'Zuurstofschuld', Wereldbibliotheek, 2008.

Groenewegen is een fel onderschatte dichter. 'Zuurstofschuld' is misschien niet de volmaaktste dichtbundel van 2008 maar toch bereikt hij hier qua totaalconcept, schoonheid en eruditie af en toe zeer grote hoogten.

Peter Verhelst, 'nieuwe sterrenbeelden', Prometheus, 2008.

Deze dichtbundel komt zo ongeveer in alle eindejaarslijstjes voor van elke zichzelf respecterende literaire recensent. Zeer straf nieuw werk van Verhelst. Zinnelijk, meeslepend, erudiet... Alle epitheta zijn hier van toepassing in overtreffende trap. Claus is dood! Leve Verhelst!

Huub Beurskens, 'Eigenlijk heb je alles al', Meulenhoff 2008.

Deze komt in mijn eindejaarslijstje voor omwille van de laatste cyclus 'Het Vlot' én het allerlaatste gedicht uit de bundel 'Gods Eclips'.

Martinus Nijhoff, 'Verzamelde gedichten', Prometheus, 2008.

Een herontdekking van het werk van Nijhoff in een mooie en klassieke uitgave.

Leo Vroman, 'De mooiste gedichten, Uit Hollands Maandblad', met tekeningen van Iris Le Rütte, Hollands Maandblad-Reeks I, Nieuw Amsterdam, 2008.

Je hoeft het niet eens te zijn met de poëtica van een dichter om zijn werk te smaken. Dit is werkelijk één van de mooiste uitgaven van het jaar 2008. Een schat van een boek om te koesteren van de ouderdomsdeken der Hollandse poëten. N.B.: komt niet voor in de canon van Pfeijffer & de Vries. Van een schande gesproken!

Menno Wigman & Rob Schouten, 'De mooiste liefdesgedichten uit de wereldliteratuur', Prometheus, 2008.

Zeer mooie uitgave met tweetalige weergaven van de mooiste liefdesgedichten uit de wereldliteratuur: van Koning Salomon tot Hugo Claus.

Alain Bashung, 'Bijoux Bijoux', Barclay, 2008.

De meest poëtische van de Franse chansonniers. De zieke Bashung gaf onlangs een afscheidsoptreden in de Brusselse Ancienne Belgique, maar blijft zeer actief. Voor volgend jaar zijn opnieuw een aantal optredens gepland. Deze driedelige box bevat een zeer evenwichtig en genietbaar overzicht van 's mans carrière: van zijn eerste hit 'Gaby Gaby' tot nummers uit zijn laatste cd 'Blue Pétrole'.

Scott Walker at The Barbican in London, november 2008.

De meest poëtische van de Amerikaanse singer/songwriters. The old man's back again. Vanachter de mixconsole weliswaar voor een liveuitvoering van zijn twee meesterwerken 'Tilt' en 'The Drift'. Onverwacht maar zeer gesmaakt.

AFKNAPPERS 2008

P. Kouwes, 'Daar schrik je toch van', Nieuw Amsterdam, 2008.

Het kan blijkbaar nog steeds erger! Pom Wolff onttroond als slechtste dichter van Nederland. Hij staat voortaan op de tweede plaats na deze Kouwes.

Hugo Schiltz, 'Het gesloten schrijn', Meulenhoff/Manteau, 2008.

Verzamelde gedichten van een politicus maar er staan geen gedichten in. Een boekje dat koren op de molen vormt voor het Vlaams Belang.

Marc Tritsmans, 'Man in het landschap', Nieuw Amsterdam, 2008.

De erg vormvaste Tritsmans zit aan bij Nolens en Hertmans op de Boekenbeurs en hertekent het Vlaamse literaire landschap door met zijn bundel 30 jaar poëtische evolutie en experiment weg te vegen.

Stijn Vranken, 'Vlees mij!', Meulenhoff/Manteau, 2008.

Sloganeske bundel die bewijst dat slamdichters op papier niet deugen.

Krijn Peter Hesselink, 'Als geen ander', Nieuw Amsterdam, 2008.

Nog een slamdichtertje! Krijntje is een sympathiek performertje maar jammer genoeg geen dichtertje. Moet het hebben van de verkleinwoordjes.

Ilja Leonard Pfeijffer & Gert Jan de Vries, '500 gedichten die iedereen gelezen moet hebben. De canon van de Europese poëzie.' Meulenhoff, 2008.

Warrige, slordige en quasi onleesbare vuistdikke bloemlezing met verschrikkelijk veel blunders en weglatingen. Nog nooit zoveel slechte vertalingen gelezen in één boekwerk. Ook een prestatie!

Saturday, December 20, 2008

De canon is dé canon niet

Over nieuwe canons van Ilja Leonard Pfeijffer & Gert Jan de Vries en Menno Wigman & Rob Schouten

In mijn boekenkast steekt een boekwerk uit 1980 met de viertalige titel ‘Dichters en Dichtkunst Uit Europa/Poètes et Poésie d’Europe/Poets and Poetry from Europe/Dichter und Dichtung aus Europa 1950-1980’. Het boek werd uitgegeven door de Leuvense Schrijversaktie onder redactie van Eugène Van Itterbeek. Uit elk Europees taalgebied – van Armeens tot Gaelic en zelfs het Arabische dialect dat op Malta gesproken wordt - werden de beste dichters geselecteerd en tweetalig opgenomen. Van Itterbeek leverde het bewijs dat je met een goede methodiek een heel mooie canon kunt samenstellen van Europese poëzie. Het boek geldt voor mij nog steeds als een standaard. In hun nieuwste canon van Europese poëzie doen Ilja Leonard Pfeijffer en Gert Jan de Vries het heel wat minder. Door een gebrekkige werkwijze raken ze verzeild in poëtisch drijfzand. Menno Wigman en Rob Schouten doen het heel wat beter met een canon van liefdespoëzie uit de ganse wereld.

TURF

Er is iets vreemds aan de hand met de turf ‘500 gedichten die iedereen gelezen moet hebben’ van Pfeijffer en Gert Jan de Vries. De ondertitel ‘De canon van de Europese poëzie’ suggereert nogal wat. Is dit nu hét ultieme overzicht dat alle Europese poëzie van 3000 jaar ver samenvat? Het antwoord is NEEN! Daarvoor is het boek te onevenwichtig samengesteld. Een canon die aanvangt met Homerus en eindigt met Oosterhoff, kun je onmogelijk ernstig nemen. De Vlaming Geert Buelens deed het onlangs heel wat beter. Met ‘Het lijf in slijk geplant’ stelde hij wel een boeiende canon van oorlogspoëzie samen. De canon van Pfeijffer/de Vries en de canon van Buelens, het is een hemelsbreed verschil. Het verschil tussen maakwerk en een degelijke, wetenschappelijke studie…

‘500 gedichten…’ is op velerlei wijzen een waardevol boek, al druipt de Hollandse pretentie ervan af. Het vormt een uitstalraam voor het gros van de Nederlandstalige vertalersgilde. Tonnen zijn het er. Vertalers die uit bijna alle mogelijke Europese talen (geen Catalaans, Gaelic, Bretoens,…) vertalen, van het Vroegmiddelhoogduits (sic!) tot het Oudijslands, van P.C. Boutens tot Gerard Rasch. Aangezien de samenstellers nauwelijks een methodiek hanteerden is het een weinig consistente en zelfs ronduit vermoeiende en overdonderend keuze geworden. Het taalgebruik van Joost Van Den Vondel is niet het taalgebruik van Jan H. Mysjkin. Bij het bladeren door het boek leek het me alsof de samenstellers lukraak in hun boekenkast graaiden naar de meest voor de hand liggende vertalingen voor hun eigen persoonlijke keuze van gedichten.

Het boek bevat een omvangrijk stuk Griekse en Latijnse lyriek - een honderdtal pagina’s - , waarbij het ontbreken van kritische noten bij de vertalingen opvalt. Als classici zouden de heren toch moeten weten, dat bij het publiceren van vertalingen van Griekse en Latijnse lyriek minstens een verantwoording hoort bij de keuze van de vertalers, tenzij je de originele versies ook afdrukt, dan kan de onderlegde lezer zelf oordelen. Bovendien wordt hier vrij plots een grote sprong genomen van de antieke schrijvers van de oudheid tot de 4de eeuw naar de vroege Middeleeuwen in West-Europa. Via een Keltisch gedicht van Llywarch Hen uit de 6de eeuw en een fragment uit het Oudengelse epos Beowulf belanden we meteen in de 10de eeuw. De samenstellers slaan hier zomaar eventjes 4 eeuwen over.

GAELIC

De Europese canon wordt voor een groot stuk bepaald door de beschikbaarheid van vertalingen in het Nederlands. Tussen de 6de eeuw en de 10de eeuw kende het in sneltempo verchristelijkte Ierland een imposante literatuurproductie, deels in het Gaelic en deels in het Latijn. Keltische voorchristelijke literatuur werd te boek gesteld. Daarbij horen epi en gedichten die ontegensprekelijk tot de wereldliteratuur behoren, zoals het homerische epos Táin Bó Cualne (‘The Great Cattle Theft’). Het feit dat die belangrijke literatuurproductie buiten de canon blijft, wijst niet op vooringenomenheid van de samenstellers. Er bestaan geen vertalingen van in het Nederlands. De ondergewaardeerde Keltische Vroegmiddeleeuwse literatuur in het Gaelic, die op gelijke voet staat met die van de Grieken en van de Latijnen, blijft dus de grote onbekende in de Europese literatuur.

In ‘500 gedichten…’ , ontbreekt elk spoor van de pre-islamitische Arabische lyriek in het door de Moren veroverde Spanje. Ik denk hier aan dichters als Ibn Khafadjah, die zijn ganse leven doorbracht in Valencia, of de belangrijke Arabische dichter Ibn Zaydun, die resideerde in Cordoba en als voorloper kan gelden van de Romantiek. De Nederlands-Marokaanse vertaler Hafid Bouazza deed met zijn Arabische bibliotheekreeks onlangs geweldige inspanningen om die lyriek opnieuw toegankelijk te maken voor een Nederlandstalig lezerspubliek.

De onevenwichtigheid van de canon blijkt ook uit de keuze van gedichten uit de Lage Landen. De Hollanders krijgen 5 keer zoveel dichters toebedeeld als de Belgen. Bij de Hollandse dichters vinden we onder meer Hadewijch, Jacob van Maerlant, P.C. Hooft en Joost van den Vondel. Bij de moderneren ook Gerard Reve, Gerrit Komrij, Gerrit Kouwenaar, Tonnus Oosterhoff en H.H. ter Balkt. Bij de Belgen vinden we Willem, Anthonis de Roovere en Guido Gezelle maar ook Willem Elsschot, Paul van Ostaijen, Jacques Brel (!), Hugo Claus en Paul Snoek. De betrekkelijke keuze van de samenstellers blijkt uit het feit dat de hedendaagse Franstalige poëzie uit België en Frankrijk bijna volledig onbreekt. Het lijstje met Franse dichters houdt op met André Breton en Jacques Prévert, alsof er daarna niks meer kwam. Het lijstje uit Wallonië kent slechts één naam, nl. Maurice Maeterlinck, dit als we de halve Vlaming Jacques Brel even buiten beschouwing laten. Niemand ooit gehoord van de Franse dichter Yves Bonnefoy of van de in Antwerpen geboren Waalse dichter Werner Lambersy? In de plaats daarvan een zeer ongebruikelijke en betwistbare vertaling door Ernst van Altena van Brel’s ‘Ne me quitte pas’, waaruit hier een fragment:

Laat me niet alleen
Toe… vergeet de strijd
Toe… vergeet de nijd
Laat me niet alleen
En die domme tijd
Vol van misverstand
Ach… vergeet hem, want
’t Was verspilde tijd
Hoe vaak hebben wij
Met een snijdend woord
Ons geluk vermoord
Kom… dat is voorbij
Laat me niet alleen
Laat me niet alleen
Laat me niet alleen
Laat me niet alleen

(uit: ‘Laat me niet alleen’, uit het Frans vertaald door Ernst van Altena)

STABRECHTSE HEIDE


Raar is ook dat de samenstellers zich niet uitdrukkelijk beperken tot Europa maar een Europese traditie ontwaren bij de Chileen Pablo Neruda, de Mexicaan Octavio Paz en de Braziliaan Carlos Drummond de Andrade, evenals een uitgebreide selectie poëzie toevoegen uit de Verenigde Staten. In hoeverre hier dus nog van een Europese canon kan gesproken worden, is maar zeer de vraag. Uit het Oosten komt het licht! Er wordt uitgebreid gesprokkeld uit de dichtkunst van Oost-Europa met een uitgebreide selectie Bulgaarse (8!), Roemeense, Tsjechoslovaakse (sic!), Tsjechische en Russische dichters. Bij de Russen eindigt de selectie onverhoeds bij Nobelprijswinnaar Brodsky. Elk spoor ontbreekt van de nieuwe, postmoderne dichters die na de perestrojka hoogtij vierden en die sindsdien ontegensprekelijk tot de Europese canon behoren: waar zijn Venedikt Erofeev, Igor Kholin, Arseny Tarkovsky, Olga Sedakova? Ik vraag het me af. Ik noem er maar enigen, die ontbreken in deze zogezegd allesomvattende canon.

Als uitsmijter een gedicht van het gecanoniseerde singer-songwriter duo Lennon, John en Paul McCartney, vertaald door Erik Bindervoet en Robbert-Jan Henkes. Ook weer een zeer betwistbare keuze. De beperkte en te eigenzinnige visie van de samenstellers verhindert dat dit boek als dé ultieme canon van de Europese poëzie mag beschouwd worden, zoals de auteurs het met veel zin voor relativiteit aankondigen in de inleiding. Daarvoor laten de auteurs te veel aan het toeval over. Het is daarentegen wel een imposante graaibox van in het Nederlands vertaalde literatuur uit bijna alle Europese talen. Geen canon dus maar wel een imposante bloemlezing. Uit ‘Strabrechtse Heide daar kom ik’ (een hertaling van ‘Strawberry Fields Forever’) een fragment:

Kom ik neem je mee naar de rand van de Strabrechtse Hei
Alles is schijn, en niets om van versteld te staan
Strabrechtse Heide daar kom ik

Strabrechtse Heide daar kom ik,
Strabrechtse Heide daar kom ik,
Strabrechtse Heide daar kom ik

Schaapskeutelsoep
Schaapskeutelsoep

(uit ‘Strabrechtse Heide daar kom ik’, vertaald uit het Engels door Erik Bindervoet en Robbert-Jan Henkes)


GIFGROEN

‘500 gedichten…’ steekt in een schreeuwerige rode, gifgroene en oranje kaft. Met zijn ronkende en tot bijna tot verplicht lezen aanmoedigende titel zal dit boekwerk zonder twijfel op de eerste schappen belanden van de boekwinkels tijdens dit eindejaar. Tegelijk met ‘500 gedichten…’ verscheen als antidote echter ook een serieuze concurrent, nl. het zeer leuke en boeiende boekwerkje ‘A Joy Forever’, samengesteld door Menno Wigman en Rob Schouten. Het puike ‘A Joy Forever’ bezit alles wat het protserige ‘500 gedichten…’ niet heeft. Het is een allercharmantste en goedkope selectie van de mooiste liefdesgedichten uit de wereldliteratuur, een thema dat welhaast iedereen kan aanspreken.

Tegenover het logge en ontransporteerbare van ‘500 gedichten’ staat dit handige, lichte en goed in de hand liggende boekje met hardcover en reproductie van Caspar David Friedrich’s ‘Op het zeilschip’ op de kaft. De originele gedichten in het Russisch, Chinees, Engels, Duits, Spaans, Italiaans, e.a. werden netjes afgedrukt naast de vertalingen zodat ‘A Joy Forever’ een ware schatkamer is voor de polyglot en de liefhebber van vertaalde literatuur.

Het opzet van ‘A Joy Forever’ doorkruist enigszins het opzet van Pfeijffer en de Vries want hier vinden we ook ten dele dezelfde selectie terug van gedichten, die we reeds aantroffen in ‘500 gedichten…’. Ook hier ‘L’Invitation au Voyage’ van Charles Baudelaire, ‘An Anna Blume’ van Kurt Schwitters. Ook hier een Sappho, vertaald door Paul Claes. Ook hier een Herman Gorter. Daarnaast echter bevat de bloemlezing als meerwaarde de originele versies van de gedichten en ja, hier wel degelijk ook gedichten uit de Arabische liefdescanon van Ibn Al-Hadjdjadj en Madjnun vertaald door Hafid Bouazza en zelfs uit de Chinese liefdesliteratuur, nl. van de dichters Du Fu en Li Duan. Voor de overzichtelijkheid werd het boekje opgedeeld in 3 hoofdstukken, nl. ‘Verlangen’, ‘Vervulling’, ‘Verlaten’. Uit het tweede deel komt dit verrassend fragment van de Braziliaanse dichter Carlos Drummond de Andrade:

De kuisheid waarmee zij de dijen spreidde
En mij op haar wilde flora zicht bood.
En hoe, mak als de schapen uit de weide,
Zij, nauw als ze was, zich opensloot.

O, neuken, neuken, dood van zo veel leven!
Graf in het groene gras, dood onvolprezen.
In mijn vochtig, vlammend, vluchtig beven
Was ik niemand, was ik duizend wezens

(fragment uit: ‘De kuisheid waarmee zij de dijen spreidde’, vertaling van ‘A castidade com que avria as coxas’ van Carlos Drummond de Andrade door August Willemsen, pag. 202)


'De canon van de Europese poëzie. 500 gedichten die iederen gelezen moet hebben.' Samenstelling Ilja Leonard Pfeijffer en Gert Jan de Vries, Meulenhoff 2008, ISBN 978 90 290 8185 6.

‘De mooiste liefdesgedichten uit de wereldliteratuur.’ Verzameld en ingeleid door Menno Wigman en Rob Schouten, Prometheus 2008, ISBN 978 90 446 1205 9.

artikel verschenen op http://www.medium4you.be/De-canon-is-de-canon-niet,9478.html

Titels en Traktaten

Over nieuwe dichtbundels van Lies Van Gasse, Maarten van den Berg en Hanz Mirck

Ik heb iets met titels ! ‘Hetzelfde gedicht telkens weer’ is de titel van de debuutbundel van de jonge Sint-Niklase dichteres Lies Van Gasse. Automatisch zul je de gedichten in de bundel afwegen tegen deze overigens ondubbelzinnig programmatische titel. Schrijft deze jonge vrouw in haar drang naar perfectie inderdaad telkens hetzelfde gedicht ? De gedichten in ‘Traktaatjes’ van Maarten van den Berg krijgen door de verkleinvorm in de titel een zekere ambigue poëticaliteit toebemeten. De titel van de nieuwe, erg geslaagde bundel van Hanz Mirck is complexer en eigent zich een stuk realiteit toe dat buiten de dichtbundel ligt. In het laatste erg bevreemdende gedicht wordt een man overreden door een vrachtwagen met het discrete opschrift ‘Archiefvernietiging’

KANTIAANSE SNIPPERS

In het titelgedicht van de nieuwe bundel van de jonge, Hollandse dichter Hanz Mirck gebeurt iets zeer merkwaardigs. De ‘je’-persoon in het gedicht is getuige van een bizar ongeluk op de autosnelweg. Een man met pech stapt uit zijn wagen en wordt aangereden door een vrachtwagen, waarna hij nog eens overreden wordt door verschillende auto’s. Na elke klap kruist zijn vragende blik die van zijn vrouw, die aan de overkant toekijkt. Ondanks het schrijnende voorval en de schijnbare dynamiek van het hele gebeuren, is het een vrij statisch en tergend traag gedicht. Als in een slow motion film focust alles zich op het oogcontact tussen de stervende man en de hulpeloze vrouw. Andere geluiden en bewegingen worden als in een filmscène van David Lynch weggezogen naar de achtergrond. Het verhaal verloopt van de man en de vrouw naar de ‘jij’-persoon en de vrachtwagen met het opschrift ‘archiefvernietiging’ in een filmisch procedé dat Mirck doorheen de bundel meermaals bezigt.

met dat stil opschrift haast uit het zicht
Misschien hoe je bij dit ongeluk dacht
aan geluk

(uit : ‘Archiefvernietiging’)


Misschien is het allemaal niet zo letterlijk bedoeld. Of hij nu echt getuige was van een ongeluk of niet, doet weinig ter zake. De merkwaardige driehoeksverhouding van man, vrouw en het contradictorische ‘geluk-bij-een-ongeluk’ gevoel van de toekijkende ’jij’-persoon maken het gedicht spannend. Het kijken naar kijken naar kijken ook… Mirck gebruikt een niet erg strenge sonnetvorm voor zijn gedichten. Van het sonnet behoudt hij de twee kwatrijnen en de twee terzinen en de volta in de allerlaatste strofe. De vorm van het sonnet past als gegoten bij bovenstaand titelgedicht. Elders vormt het hier en daar wel een belemmering. Ik lees te veel gedichten in ‘Archiefvernietiging’ waarin de pointe niet voldoende tot zijn recht komt en het sonnet verzandt in stroop. ‘Het donker’ is in dat opzicht één van de meest geslaagde gedichten van de bundel. Mirck roept hier een onzichtbare hand op, die ’s nacht de dingen in ons hoofd ontregelt. In feilloze bewoordingen schetst hij hier een onthutsend mysterieuze wereld.

Maar het is geen hand
en het is niet willekeurig
Het is een systeem

veel eenvoudiger
dan wij kunnen begrijpen
Feilloos

(uit : ‘Het donker’)

Vrachtwagens met het opschrift ‘archiefvernietiging’ zie je meestal geparkeerd staan aan banken, verzekeringsinstellingen en aan openbare gebouwen. Ze hebben als taak om vertrouwelijke documenten op te halen en om die door de papierversnipperaar te halen. Gewichtige dossiers worden vernietigd en versneden tot luchtige en veelkleurige onleesbare linten papier. Mirck koos de titel niet toevallig. In zijn gedichten haalt hij meermaals de realiteit door de mangel. Ook hier gebeurt een soort ‘archiefvernietiging’, maar dan in omgekeerde richting. Door een gedachte of een herinnering op papier te zetten of in een gedicht te gieten, vernietig je meteen je archief, i.c. de achterliggende gedachte of de herinnering. Dat Kantiaanse perspectief wordt bijna letterlijk vertolkt door de moeder in het schitterende gedicht ‘Zuivere rede’.

Ik kijk alleen maar even, hoor
Hebt u ook kant ? Kant. Nee, kant ! KANT !
Wacht, ik ga mijn man halen. Mijn man !
Ik ga mijn man halen ! U begrijpt mij niet

(uit : ’Zuivere rede’)

TAXIRITJES

Van de Hollandse dichter Maarten van den Berg had ik nog nooit gehoord. Volgens de achterflap van zijn debuutbundel is hij overdag dichter, schilder en beeldhouwer. ’s Nacht is hij taxichauffeur. Ik veronderstel dat ‘Traktaatjes’ zijn debuutbundel is. Ik vond nergens iets over van den Berg terug. De online Winkler Prins encyclopedie zegt dat een ‘traktaat’ een verhandeling betreffende een theologisch of een filosofisch onderwerp is. Het woord kan echter ook een verjaardags- of een nieuwjaarstraktaat betekenen of in dit geval een traktaat voor de lezers. Van den Berg noemt het zelf een ‘aanbod van bepaalde woordvolgorde s in [kort] gesteven verband ;’. De traktaatjes van Maarten van den Berg zijn kortere of langere gedichten in losse versvorm, alledaagse bespiegelingen over niet-alledaagse gebeurtenissen. De flap van de dichtbundel is een rode lijn op een sober wit vlak. Het inleidende gedicht heet ‘smetkoord’. Een smetkoord is een meetinstrument dat men gebruikt voor het aftekenen van lijnen. Een dichter bakent hier zijn wereld af.

zijn hand schiet vooruit, maakt rare krullen,
het scherpe poeder verdeelt de vlakgewreven grond.

‘lees de haren op mijn arm, ze fluisteren van kou,
ze weten waar mijn aanwezigheid,
door wortels aangevoerd, vrij spel gekregen heeft.’

(uit : ‘smetkoord’)


De gedichten van van den Berg zijn niet altijd vormvast. Relatief goede gedichten worden afgewisseld door miskleunen (‘twee aapjes’, ‘tredmolen’) In ‘staalgezicht’ en ‘zondedag’ worden de beloftevolle titels niet omgezet in goede poëzie. De fragmentarische gedichten ‘de handelsreiziger/e.v.a.’ , ‘de zwarte kilometer’ of ‘gemene deler’ drijven te veel op een idee : een taxichauffeur luistert naar de verhalen van passagiers en doet er dan iets poëticaals mee. In ‘de handelsreiziger/e.v.a’ gaat het bijvoorbeeld over een handelsreiziger, die van den Berg naar zijn favoriete call girl Eva voert. Elders wisselen jeugdherinneringen en reflecties over zijn werk als schilder en beeldhouwer elkaar af. ‘paarlen’ is één van de betere gedichten van de dichtbundel. Het is een lekker mooi en mysterieus gedicht.

zacht en plooibaar parelglas

gleed kopje-onder
in nat zand

ik greep
en heb het dood getrokken

dronken
hield ik de stukken in mijn hand

de scherven liggen in het raam
en schitteren

(uit : ‘paarlen’)

KOPJES THEE

De jonge Sint-Niklase dichteres Lies Van Gasse vond haar stek bij de Amsterdamse uitgeverij Wereldbibliotheek. Dat is een zeer goede zaak. Een debuut is een riskante onderneming. Het kan je maken of het kan je breken. Bij Wereldbibliotheek zit je op dat vlak goed. De poëtische productie is kwalitatief hoogstaand en steevast erg mooi uitgegeven met veel inspraak voor de beginnende auteur. Van Gasse ontwierp zelf de omslagillustratie en de schetsen binnenin. Ze koos ook de titel ‘Hetzelfde gedicht steeds weer’. Een titel waar ik – eerlijk is eerlijk – in eerste instantie een beetje van schrok en waar ik wat bedenkingen bij had, wegens het al te programmatische dat erin vervat lag. Tot ik de titel echter kon plaatsen in het laatste gedicht van de bundel uit de cyclus ‘Verdrinken tussen kopjes thee’. Daar komt de regel terug, dit keer met komma.

Ze viel als een hond in slaap tussen de boeken.
Schreef hetzelfde gedicht, steeds weer.

(uit : ‘Verdrinken tussen kopjes thee’)

Alles ademt perfectie en muziek in de debuutbundel van Van Gasse. Een cyclus heet ‘A day without piano’. In de aantekeningen vinden we verwijzingen naar Django Reinhardt, Sonny Rollins en Don Rayes… Een inleidend gedicht en 11 cycli vormen de hoofdmoot van de bundel. Elke cyclus wordt ingeleid door een citaat : van de zangeres Nina Simone, Hadewijch, de Japanse schrijver Sei Shonagon of een zelfcitaat. Het cyclische van de bundel wordt onderlijnd door het feit dat de allerlaatste regel ‘verdrinken tussen kopjes thee’ uit het inleidende gedicht ‘De linkse is de droefste’ terugkeert als titel van de allerlaatste cyclus. Er gebeurt niet veel in de wereld van Van Gasse. Ze praat met zichzelf of met een onbepaalde ‘jij’-persoon. Dat zijn de enige twee personages in de bundel. Meestal gebeurt er wel ‘iets’ in haar gedichten, maar het wordt allemaal zo omfloerst en mysterieus weergegeven, dat je er het raden naar hebt wat er precies aan de hand is. Maar dat vormt precies de immense poëtische kracht van de bundel.

Ergens vechten wolken
om de beste plaats.
Keien spatten lallend op,
de dag beweegt zich traag.

Er is iets geland.

(uit : ‘Het kleine, blauwe huis’)


Schrijft Lies Van Gasse hetzelfde gedicht steeds weer, zoals ze in de titel suggereert ? Het antwoord is ‘neen’. Ik vind genoeg variatie in de bundel om van een verantwoord en geslaagd debuut te mogen spreken. Wel moet ik de lezer hierbij meteen waarschuwen : dit is niet van deze tijd ! Lies Van Gasse is een anachronisme. Opmerkzaamheid is geboden. In een erg luide wereld beschrijft ze een stille, schimachtige wereld waarin weinig gebeurt en waarin niet veel beweegt. Haar uitgestrakte, poëtische stukjes zijn als bonsaiboompjes of miniaturen, waaruit al het overtollige weggehaald werd. Toch betrap ik er me op dat ik telkens weer teruggrijp naar de bundel om de gedichten opnieuw te lezen. Ik vind dat een zeer groot compliment ! Er zijn weinig dichtbundels die dit met me doen. Lies Van Gasse verdient een plaats in het pantheon van onze beste Nederlandstalige dichteressen. ‘Hetzelfde gedicht steeds weer’ is een mooi debuut en één van de merkwaardigste dichtbundels van dit jaar. Een mooie afsluiter van een poëtisch 2008.

Is zij ergens gemaakt,
dan wel voor dit :
De hunkering naar tekst,
de rammelende ribbenkast van taal.

(uit : ‘Verdrinken tussen kopjes thee’)


Hanz Mirck, ’Archiefvernietiging’, Prometheus Amsterdam 2009, ISBN : 978 90 446 1263 9.

Maarten van den Berg, ’Traktaatjes’, Prometheus Amsterdam 2008, ISBN 978 90 446 1211 0.

Lies Van Gasse, ’Hetzelfde gedicht steeds weer’, Wereldbibliotheek Amsterdam 2008, ISBN 978 90 284 2273 5.

artikel te lezen op http://www.medium4you.be/Titels-en-Traktaten.html en op http://www.urbanmag.be/artikel/1455/geen-archiefvernietiging-van-traktaten-over-telkens-dezelfde-gedichten

Sunday, December 07, 2008

Het hellende paadje van Maeterlinck

Over de oorlogscanon van Geert Buelens

Op 11 november trekken duizenden mensen naar de lijkenvelden van de Westhoek. De hoeveelheid achterneven, achternichten, verre nazaten en familieleden, die naar de oorlogskerkhoven van Ieper en omstreken komen afzakken om een laatste groet te brengen aan hun in de Eerste Wereldoorlog gesneuvelde bloedverwant, stemt tot nadenken. De Eerste Wereldoorlog sterft niet. Na 90 jaar blijft de nalatenschap bestaan. Dat komt ten dele omdat de oorlog zo tastbaar en zichtbaar is in het landschap van de Westhoek. De Eerste Wereldoorlog liet ook een berg papier achter. In de jaren voor, tijdens en na de oorlog waande ieder zich plots schrijver. Geert Buelens bracht met twee fenomenale naslagwerken orde in de onoverzichtelijke stapels gedichten uit de Eerste Wereldoorlog.

'Het lijf in slijk geplant. Gedichten uit de Eerste Wereldoorlog.' Samengesteld en ingeleid door Geert Buelens, Ambo/Manteau 2008, ISBN 978 90 223 2289 5.

Geert Buelens, 'Europa Europa! Over de dichters van de Grote Oorlog.' Ambo Manteau 2008, ISBN 978 90 223 2290 1.

artikel te lezen op http://www.medium4you.be/Het-hellende-paadje-van.html en binnenkort op www.urbanmag.be

Friday, December 05, 2008

Al Galidi for president!

De Irakees Rodaan Al Galidi streek een tiental jaar geleden neer in Nederland. Dat was in de tijd dat een mens zonder papieren nog aangeschoten wild was voor de Nederlandse regering. Al Galidi bekwaamde zich van opvangcentrum naar opvangcentrum in het Nederlands en begon boeken te schrijven, zowel romans als dichtbundels. De mix van gortdroge humor, kritische observatie en Iraakse verteltrant maakte van hem een ware succesauteur. Hij weigerde echter het 'generaal pardon' van de Nederlandse regering en trok naar België. In zijn vorige dichtbundel 'De herfst van Zorro' lag de wrange maatschappijkritiek er nog vuistdik op. Zijn nieuwe dichtbundel 'De laatste slaaf' is een stuk complexer. De ironie kruipt hier onder de huid van de taal. Al Galidi leert met 'De laatste slaaf' de Hollanders opnieuw lezen.

'De laatste slaaf. Biografie van een terugkeer.' van Rodaan Al Galidi, Meulenhoff/Manteau 2008, ISBN 978 90 8542 166 5.

artikel te lezen op http://www.urbanmag.be/artikel/1452/al-galidi-for-president en op http://www.medium4you.be/Al-Galidi-for-president.html

Sunday, November 30, 2008

PMVATC (*)

try to tell

the liars
that lies

are instutionalized
in this moneytized society

they will drive you
off the pedestrian crossing
in their expensive SUVs

and then start swearing
behind tinted windows
saying it’s your fault
you should never have dared
to cross this street

on foot

(30.11.2008)


(*) Paper Money Violates All Ten Commandments

Sunday, November 16, 2008

Habeas Corpus - Le Botanique Bruxelles


Le monde contemporain ramène chacun à une multitude de réflexions qui prolonge la loi historique de l’Habeas Corpus en tant que protection du corps contre l’autorité. Or, depuis, les autorités, les manifestations de l’autorité, ont changé, ont revêtu d’autres aspects. Le contrôle et la vision du corps humain changent selon les époques avec, toujours, au centre, la question de sa manipulation, de sa défense. Le corps comme objet et enjeu humain, social et politique, mais aussi, aujourd’hui, le corps organique, génétique, le corps dans l’environnement, plongé dans l’accélération du monde et dans la transformation de la nature.

Habeas Corpus

Nathalie Amand / Otto Ganz - Stephan Balleux / Nicolas Ancion - Ulrike Bolenz / François Delvoye - Dany Danino / Laurent Courtens - Laurence Dervaux / Peter Wullen - Jacques Dujardin / Rony De Maeseneer - Patrick Guaffi / Colette Nys-Mazure - Morgane Le Guillan / Jacky Legge - Mireille Liénard / Jean-Pierre Denefve - Jean-Claude Saudoyez / Françoise Lison-Leroy

Réunis pour cette édition, dix plasticiens et dix écrivains ont décliné Habeas Corpus à leur manière. Les organisateurs ont choisi Bruno Lestarquit pour une trace photographique personnelle de l’installation des œuvres dans les espaces du Botanique. Christian Printz a mis en pages les prises de vue et les textes pour garder en mémoire ces approches contemporaines à quatre mains de l’Habeas Corpus.


Collaboration : Galerie Koma Mons, SMArt, Léon Eeckman Fine Arts Insurance, Service des Arts plastique du Ministère de la Culture.

"Habeas Corpus", Ed. Maison de la Culture de Tournai, LaGalerie.be, Centre Culturel Le Botanique Bruxelles, Bruxelles 2008, DL 2002/4102/2.

Tuesday, November 11, 2008

1917

they say you have to be at least 110 to have lived the great war it is not true i know it is not true i have been there i carry the war within me all the time big disease inherited from my stepgrandfather chalked truce in my lungs encapsulated bacillus that can be traced back to the trenches at pervyze i will die with it

crooked finger
bullet hole
in soldier's cap

we are the true survivors singing heroic songs about the front his name was angel

(11.11.2008)

Sunday, November 09, 2008

Sean O'Hagan talks to Scott Walker - Guardian Sunday November 9 2008

(American singer-songwriter Scott Walker. Photograph: Paul Cox)

In the sixties, he was part of the celebrated pop group the Walker Brothers - known as America's Beatles - but he rebelled against stardom and fled to a monastery before going solo. Since then, 'pop's own Salinger' has retreated ever further from the mainstream with each album. Now, as Jarvis Cocker, Damon Albarn and others line up to perform his work in a series of concerts, he tells Sean O'Hagan, in a rare interview, why he's happy to be a loner.

"Drifting and Tilting" : the Songs of Scott Walker is at the Barbican, London EC2 from Friday November 14 to Sunday November 16. Featuring Damon Albarn, Dot Allison, Jarvis Cocker, Gavin Friday, Michael Henry & Nigel Richards.

http://www.guardian.co.uk/music/2008/nov/09/scott-walker-interview

http://www.andwhoshallgo.com/

http://www.the-drift.net/

Thursday, November 06, 2008

Scott Walker als miskend dichter


"I've become the Orson Welles of the record industry. People want to take me to lunch, but nobody wants to finance the picture...I keep hoping that when I make a record, I'll be asked to make another one. I keep hoping that if I can make a series of three records, then I can progress and do different things each time. But when I have to get it up once every 10 years... it's a tough way to work." — Scott Walker in an interview for The Independent, April 1995.

Wie zich ooit een miskend dichter durft te voelen, moet maar eens naar de drie meest recente, indrukwekkende albums van Scott Walker luisteren. Ik luister er trouwens al enkele weken zonder ophouden naar en ik kan er maar niet genoeg van krijgen. 'Climate of Hunter' uit 1984, 'Tilt' uit 1995 en 'The Drift' uit 2006 zijn stuk voor stuk geniale meesterwerken. Oh, en ik vergeet de soundtrack van de magische Franse film 'Pola X' van Léos Carax uit 1996... Muzikale en poëtische bravourestukjes zijn het, waar overigens geen kat naar om keek of naar luisterde ten tijde van het verschijnen en nu nog steeds niet. Ik herinner me de paniekreacties en de bleke gezichten van de bonzen van de platenmaatschappij toen ze alleen op kracht van de naam Scott Walker 'Climate of Hunter' op de wereld loslieten. Het moet zowat hun slechtst verkopende plaat ooit zijn geweest! Het was zo in 1984 en het is zo bijna vijfentwintig jaar later. Scott Walker is natuurlijk een levende legende en een artiest die ons allen ontsnapt. Mijn ervaring is dat de hoofden zich al snel draaien als je een recente plaat van Walker durft op te zetten. The Walker Brothers? Ok! De Brel-interpretaties van Walker? Geen probleem! Maar what the hell is this? De snelle tempowisselingen binnen één nummer, de zachte maar psychotische stem van de meester en de schrille, grillige teksten stellen het geduld van de ongetrainde luisteraar al gauw op de proef. Dit is inderdaad een man die alles had en alles weer verloor: jeugd, schoonheid, stem en extreme populariteit... Maar op latere leeftijd had hij de moed om zijn succes binnenstebuiten te keren. Luisteren naar 'The Drift' is als kijken naar een omgekeerd konijnenvel van een net gevild konijn. De ommezijde van bont. De songs van Walker zijn kleverig en bloederig en zitten vol met blootgelegde aderen. Zijn verhalen gaan over cowboys die in opperste verdwazing en eenzaamheid door de woestijn zwerven of over Elvis die in de ultieme eenzaamheid van de roem praat met zijn overleden tweelingbroer. Zijn nummers stuiteren als gebarsten knikkers en zitten vol bizarre wendingen, zoals het 'ps ps ps ps' in 'A Lover Loves'. De zogenaamde moeilijkheidsgraad van zijn albums is nochtans een fictie, die gecreëerd werd door lieden, die alleen maar luisteren naar Robbie Williams. De albums liggen niet goed in het gehoor, omdat ze doelbewust geen gebruik meer maken van het popidioom waar Walker in opgroeide. Ik vergelijk spitsbroeder Scott Walker graag met die andere Franse chansonnier Alain Bashung, die met 'Fantaisie Militaire' en 'L'Imprudence' twee van de beste albums uit de Franse muziekgeschiedenis maakte: pakkende teksten, originele instrumentatie en een zekere zin voor experiment. In Frankrijk loont dat echter wel. De twee albums van Bashung werden bedolven onder de prijzen en verkochten bovendien ook nog eens heel goed. Een bewijs dat de Fransen zin hebben voor poëzie in een muzikale verpakking. Ik moet dat echter nog zien gebeuren met 'Climate of Hunter', 'Tilt' en 'The Drift'. Het zijn albums die door de mazen van het net van de tijd glijden. Ze zitten nochtans vol met pikante en grappige details. Walker heeft gevoel voor humor, maar de humor zit meestal verpakt in bittere ernst. Het album 'The Drift', dat vorig jaar uitkwam, drijft zelfs op een geniale simpelheid en maakt gretig gebruik van doodgewone muzikale arrangementen (zie 'Buzzers': - het tikken van een vork op glas -) , maar het wordt er heus niet minder complex door. De poëtische kracht neemt er alleen maar door toe. Het muzikale universum van Scott Walker is uniek. Hij maakte de drie beste muziekalbums van de laatste vijftig jaar. Waar geen vlooi naar luisterde. Geen nood echter! Ooit zal hij geroemd worden om zijn kwaliteiten en erkend worden als een groot poëtisch en muzikaal genie, niet omwille van zijn popverleden, maar op basis van zijn latere, rijpere werk.... Misschien moet je daarvoor wel heel erg oud worden of zelfs heel erg dood?


Wednesday, November 05, 2008

Van de nar die de macht greep

"Ik vrees de wil tot macht
omdat die vrees ik zonder wil
tot macht niet beheersbaar is.

O ja, ik denk te begrijpen
waarom de mens tegen zijn denken
in denkt te moeten geloven.

Want wie wil er horen
te zijn geboren voor niets
dan te zijn geboren?

Liever snijdt men
een ander de keel af dan
dat men zich de eigen oren wast."

(uit: "Gods eclips", gedicht uit de bundel 'Eigenlijk heb je alles al', Huub Beurskens, Meulenhoff 2008.)


"de nar die werken wilde en wilde spelen
greep voor houvast naar de macht, om de macht

te kunnen grijpen strekte hij zijn armen uit
en was gevallen - als in zijn vlucht een nar
de armen strekt vallen zijn vleugels stil -

als de macht hem niet vanaf de noktrapeze
bij de polsen had gegrepen en niet losliet"

(uit: "van de nar die dacht dat hij een clown was", gedicht uit de bundel 'zuurstofschuld', Hans Groenewegen, Wereldbibliotheek 2008)

Monday, November 03, 2008

Landschap in de man

We zijn stilaan afgedwaald naar het tijdperk van de risicoloze poëzie. Wat te doen met deze Tritsmans? Zijn poëzie is zo conventioneel en zo afgemeten braaf. Op de Boekenbeurs mag hij aanzitten naast Hertmans en Nolens. Het risicoloze publiek, dat het jaarlijkse boekenevenement bezoekt, zal hij zeker aanspreken. Op dat vlak betreedt uitgeverij Nieuw Amsterdam platgetreden paden. Tritsmans vertegenwoordigt een reactionaire stroming binnen de nederlandstalige poëzie: de brave huisvader en gemeenteambtenaar die poëzie schrijft voor alleman.

Over 'Man in het landschap' van Marc Tritsmans.

Marc Tritsmans, ‘Man in het landschap’, Nieuw Amsterdam, 2008, ISBN 978 90 468 0498 8.

binnenkort op www.urbanmag.be en www.medium4you.be

The heart of islam

what is the heart
of islam

it is an almond shaped
cake with pika nuts
and apples

bought
in boulangerie
kifin in the heart

of molenbeek

(03.11.2008)

Sunday, November 02, 2008

Huub Beurskens zingt William Carlos Williams

Vorig jaar al publiceerde Meulenhoff de uitstekende tweetalige bloemlezing ‘Even dit’, met een selectie van gedichten van de Amerikaanse dichter William Carlos Williams, hertaald door de Nederlandse dichter Huub Beurskens. In zijn nawoord had hij het even over de ontstaansgeschiedenis van Williams' gedicht ‘The Parable of the Blind’, dat geïnspireerd was op het gelijknamige schilderij van Breughel. De bevindingen van Beurskens werden nadien nog eens in dichtvorm gegoten en vonden hun neerslag in het mooie gedicht ‘Schilderkunst en poëzie’ uit de cyclus ‘Vermist’ van zijn nieuwe dichtbundel ‘Eigenlijk heb je alles al’. De bundel bevat oorspronkelijke gedichten, een Trakl-cyclus, een groot aantal hertalingen van andere dichters en ten slotte de kleine, fraaie cyclus ‘Het Vlot’.

William Carlos Williams, ‘Even dit’, keuze, vertaling en nawoord Huub Beurskens, Meulenhoff, 2008, ISBN 90 290 7459 0.

Huub Beurskens, ‘Eigenlijk heb je alles al’, Meulenhoff, 2008, ISBN 978 90 290 8255 6.

binnenkort te lezen op http://www.urbanmag.be/artikel/1434/huub-beurskens-zingt-william-carlos-williams en http://www.medium4you.be/Huub-Beurskens-zingt-William.html

Tuesday, October 28, 2008

Brother Celan

after a sleep

she strapped on her bra
put on a black jumper
chose panties for the day

then she thought

about brother celan
watching the zenne
flashing in the morning

light

(28.10.2008)

Sunday, October 26, 2008

Het ademen van Hans Groenewegen

‘Zuurstofschuld’ van Hans Groenewegen is geen dichtbundel van deze tijd. De realiteit schemert er nauwelijks door. De sfeer van de gedichten ademt het gewijde halfduister van een middeleeuwse kapel waar nauwelijks licht doorkomt en zachte orgelmuziek uit het niets opborrelt. De voordracht van Ben Zwaal en Samuel Vriezen op de bijbehorende cd is gedragen en cerebraal. Eén keer becommentarieert de dichter vanuit zijn monnikenerker het wereldgebeuren. ‘overgrootvader, waarom heeft uw huis zulke dikke muren/omdat, meisje, het geen nederlands huis meer is, maar een europees fort’, klinkt het ironisch in ‘het huis van thorbecke, brokstukken’. Temidden de rotzooi en de brokstukken, die men nu poëzie noemt, is ‘zuurstofschuld’ een ware verademing. Wars van hermetisme is deze poëzie van de omslagillustratie van Paul Klee tot de polyfone en polyglotte voordracht van het mooie ‘winterspitsalba’ een juweeltje van discrete eruditie en intelligentie.

Hans Groenewegen, ‘Zuurstofschuld’, Wereldbibliotheek, Amsterdam 2008, ISBN 978 90 28422728 + bijbehorende cd met voordracht van Ben Zwaal en Samuel Vriezen.

artikel te lezen op http://www.urbanmag.be/artikel/1433/het-ademen-van-hans-groenewegen en http://www.medium4you.be/Het-ademen-van-Hans-Groenewegen.html

Saturday, October 11, 2008

How life escaped us...

listening to my bloody valentine
reading a kevin shields interview
it’s the details and the journey
that’s most valuable

her dad died
then her mum

in god’s multilayered
loveless chaos

isn’t anything

(11.10.2008)

Tuesday, October 07, 2008

Babie Leto

during the warm last days
of the old women summer
of 2008

i frantically searched
for my lost copy of
das kapital

i couldn't find it
it disappeared behind
a wall of books
19 years ago

russians in my hometown
gloated at my puzzled face
watching reporters of
Первый канал spelling the word

bankruptcy

with malicious delight
marx was right

globalisation
global warming
and the impacting
asteroid 2008 tc3
caused a complete
meltdown

of worldwide capitalism

(07.10.2008)


* photo of asteroid 2008 tc3 made by Remanzacco Observatory, Italy (http://remanzacco.blogspot.com/)

Monday, October 06, 2008

Stalker

i am margarita terechova

i am professor writer stalker
icarus at the same time

i look in the circle
for square mirrors

black dog bring me
back the looking
glass

(06.10.2008)

Tuesday, September 30, 2008

Etymologie van het Russische woord хуй ('lul' of 'dick')


Пожалуй, одним из самых интересных слов в русском языке на сегодняшний день является слово «хуй». Среди всех слов русского языка, состоящих из трех знаков, слово «хуй» единственное носит специальное название и называется «слово из трех букв». Это поистине удивительное и волшебное слово. По-разному произнесенное, оно может выразить и боль, и удовольствие, и ненависть, и любовь.
----------------------------------------------------------------------------------
Слово «хуй», как и множество других слов, пришло к нам в язык из тюркского. Оно образовано от слова «хуай», что переводится как «нападать». В русском языке слово «хуй» подпадает под множество лексических и грамматических категорий. Например, оно используется как в прямом смысле (Маше нравится Васин хуй), так и в переносном (Вася на Машу хуй забил).
----------------------------------------------------------------------------------
В литературе это слово не обязательно означает сам предмет, но принимает также различные формы, например, прилагательного – Васе достается вся хуевая работа, части наречия – Маша слишком дохуя говорит по телефону, глагола – Вася нахуячился, наречия, усиливающего прилагательное – Маша охуенно красивая, простого наречия – А мне – похуй, части слова – хуесос, или хуеплет. И наконец, оно может быть почти всеми словами в предложении – Нахуя мне без хуя, если с хуем дохуя!
----------------------------------------------------------------------------------
Как вы и сами знаете, существует не так уж и много слов, обладающих такой же широкой областью применения, как слово «хуй». Рассмотрим примеры.
Описание обмана – Вместо зарплаты дали хуй.
Неприятности – Со мной произошла хуйня.
Агрессии – Ах, ты, хуй моржовый!!!
Затруднения в общении – Я хуй-чего понял…
Любопытства – А это что за хуйня?
Несогласия – Нихуя подобного!!!
Неисправности – Хуево греют батареи…
Пожелания или предложения – Дорогая, почему бы тебе не выйти на улицу, не подышать воздухом и не пойти нахуй!!!
----------------------------------------------------------------------------------
Я уверен, вы и сами можете придумать множество других примеров. Когда существует так много применений этому удивительному слову, как может кто-то еще обижаться, когда вы используете слово «хуй»? Вы должны использовать это уникальное, гибкое слово как можно чаще в вашей повседневной речи, оно тотчас продемонстрирует все особенности вашей личности и природу вашего характера. Поэтому встаньте и скажите громко и с гордостью: «Пошли все нахуй!!!»


* transcriptie van een geluidsopname mij bezorgd door Svetlana, vertaling op eenvoudige aanvraag, geluidsopname ook

Saturday, September 27, 2008

Skirt Suit

she wore a skirt suit

and underneath it the finest lingerie
and under that she possessed
the nicest body

she sat
astride me

like a river

her spine curved
slightly
to the right

(27.09.2008)

Wednesday, September 24, 2008

Belfast

the girl from belfast
was sitting on my lap
while we were getting
really drunk

her name i think
was caroline
she spoke
with a heavy
northern slur

a dutch guy martin
tried to make it on with her
but she didn't want to

now she was sitting
on my lap getting
really pissed

someone took a picture
of the two of us
that i never saw

it was ten years ago
i'm flying back to dublin

today


(25.09.2008)

Friday, September 19, 2008

EVP


soundtrack: Jacob Kirkegaard, 90-140 Hz, from 'freq_out', Ash International # 5.8.

http://www.happynewears.be/2008/nl/index.php

Saturday, September 13, 2008

Alle dichters zijn goed!


Aanleiding voor dit artikel is de derde druk van de 'Mooiste gedichten uit Hollands Maandblad' van Leo Vroman. Vroman is met zijn 95 dé ouderdomsdeken van de Hollandse dichtersgilde. Het is een prachtig vormgegeven boek met tekeningen van Iris Le Rütte, die perfect aansluiten bij de gedichten. Ik kan me niet helemaal vinden in de dichtkunst van Vroman. Maar na alle 'slechte' uitgaven, die ik de laatste maanden in handen kreeg en besprak, heb ik dit sprankelende boek met beate bewondering ingekeken en gelezen. 'De mooiste gedichten uit Hollands Maandblad' is wat mij betreft een voorbeeldboek. Alle dichters zijn goed, als ze maar met voldoende zorg omringd worden...

Leo Vroman, De mooiste gedichten, Uit Hollands Maandblad, met tekeningen van Iris Le Rütte, Hollands Maandblad-Reeks I, Nieuw Amsterdam, derde druk, mei 2008, ISBN 978.90.468.0404.9.


de rest van dit artikel kunt u binnenkort lezen op www.medium4you.be en www.urbanmag.be

Friday, September 05, 2008

New Literary Art Form Discovered!

"I believe I've discovered a previously unrecognized genre of contemporary writing that deserves commendation for its distinctiveness and frequent excellence. It's practiced mainly by contemporary poets, but it's not poetry. In fact—at least for me—it's much better than most contemporary poetry, in the sense that it's much more readable, much better crafted, and often beautifully compressed in a dazzling haikulike way."

New Literary Art Form Discovered!

In praise of the praise of poetry.


By Ron Rosenbaum


http://www.slate.com/id/2199466

Wednesday, September 03, 2008

Beyond The Forbidden City


http://14tracks.com/selections/20-14_tracks_beyond_the_forbidden_city

also check out:

'China - The Sonic Avant-Garde' on Post-Concrete (www.post-concrete.com)
'Cinnabar Red Drizzle' by Yao Dajün on Post-Concrete (www.post-concrete.com)

Thursday, August 28, 2008

Le tout autre est tout autre*

Op de voorflap van ‘Als geen ander’, de debuutbundel van slamdichter Krijn Peter Hesselink had een cirkelvormige uitsparing moeten komen, waarin een zaadje. Met enige goede wil kon de lezer/koper het zaadje mits wat water en wat vruchtbare aarde laten uitkiemen tot een boom waarvan het wortelstelsel uit het boek zou groeien en het dure papier zou opvreten. Dat was een goed idee geweest! Het getuigt van een gezonde zelfrelativering van de dichter. Iets wat je zeker nodig hebt in het dichtersvak. Want, god? Wat betekent een dichtbundel nog? Een boekje meer of minder in de etalage. Wie maalt daar nog om?

uit: 'Le tout autre est tout autre', over 'Als geen ander' van Krijn Peter Hesselink, te lezen op Medium4You, http://www.medium4you.be/Le-tout-autre-est-tout-autre_6611.html en op Urban Mag, http://www.urbanmag.be/artikel/1367/le-tout-autre-est-tout-autre

Bundelpresentatie Hesselink op dinsdag 2 september 2008 in Perdu, Kloveniersburgwal 86, Amsterdam, 20:00-23:00 uur, gratis entree.

Saturday, August 23, 2008

God & Marx & Kant & Hiccups


Een compleet absurde en zeer vermakelijke passage uit het lange prozagedicht 'Moskva-Petuskji' van de Russische schrijver Venedikt Erofeev, de enige echte Russische Bukowski, waarin hij filosoferend over de hik eerst bij het an sich en für sich van Immanuel Kant terechtkomt, dan bij Marx en Engels, en tenslotte aan de hand van de hik het bestaan van God bewijst. TRANS-TSEN-DEN-TALNA!*

"Для того, чтобы начать ее исследование, надо, разумеется ее вызвать: или an sich (термин Иммануила Канта), то есть, вызвать ее в себе самом, или же вызвать ее в другом, но в собственных интересах, то есть, für sich. Термин Иммануила Канта. Лучше всего, конечно, и an sich, и für sich, а именно вот как: два часа подряд пейте что-нибудь крепкое, старку, или зверобой, или охотничью. Пейте большими стаканами, через полчаса по стакану, по возможности избегая всяких закусок. Если это кому-нибудь трудно, можно позволить себе минимум закуски, но самой неприхотливой: не очень свежий хлеб, кильку пряного посола, кильку простого посола, кильку в томате.

А потом - сделайте часовой перерыв. Ничего не ешьте, ничего не пейте, расслабьте мышцы и не напрягайтесь.

И вы убедитесь сами: к исходу этого часа она начнется. Когда вы икнете в первый раз, вас удивит внезапность ее начала; потом вас удивит неотвратимость второго раза, третьего раза, et cetera. Но если вы не дурак, скорее перестаньте удивляться и займитесь делом: записывайте на бумаге, в каких интервалах ваша икота удостаивает вас быть - в секундах, конечно:

Восемь - тринадцать - семь - три - восемнадцать.

Попробуйте, конечно, отыскать, если вы все-таки дурак, попытайтесь вывести какую-нибудь вздорную формулу, чтобы хоть как-то предсказать длительность следующего интервала. Пожалуйста. Жизнь все равно опрокинет все ваши телячьи построения:

Семнадцать - три - четыре - семнадцать - один - двадцать - три - четыре - семь - семь - семь - восемнадцать.

Говорят: вожди мирового пролетариата, Карл Маркс и Фридрих Энгельс тщательно изучили смену общественных формаций и на этом основании сумели многое предвидеть. Но тут они были бы бессильны предвидеть хоть самое малое. Вы вступили, по собственной прихоти, в сферу фатального - смиритесь и будьте терпеливы. Жизнь посрамит и вашу элементарную, и вашу высшую математику:

Тринадцать - пятнадцать - четыре - двенадцать - четыре - пять - двадцать восемь.

Не так ли в смене подъемов и падений, восторгов и бед каждого человека - нет ни малейшего намека на регулярность? Не так ли беспорядочно чередуются в жизни человечества его катастрофы? Закон - он выше всех нас. Икота - выше всякого закона. И как поразила вас недавно внезапность ее начала, так поразит вас ее конец, который вы, как смерть, не предскажете и не предотвратите:

Двадцать два - четырнадцать и все. И тишина.

И в этой тишине ваше сердце вам говорит: она неисследуема, а мы - беспомощны. Мы начисто лишены всякой свободы воли, мы во власти произвола, которому нет имени и спасения от которого - тоже нет.

Мы - дрожащие твари, а она - всесильна. Она, то есть божья десница, которая над всеми нами занесена и пред которой не хотят склонять головы только одни кретины и проходимцы. Он непостижим уму, а следовательно, он есть.

Итак, будьте совершенны, как совершенен отец ваш небесный."

uit: Venedikt Erofeev, 'Moskva-Petusjki', Vagrius, Moskva, 2002, ISBN: 5-264-00825-6.

*vertaling op eenvoudige aanvraag

Sunday, August 17, 2008

A metaphysical abyss



Kabakov's perception of Russia as a "negative lesson" to the world is similar to Chaadaev's. But it is tinged with even deeper despair because, over the century and a half since Chaadaev, this void that was then perceived only by a few refined minds has managed to grow into a terrible Eurasian abyss, whose edges are rimmed by a widening landslide. The adjacent European and Asian countries could all be sucked into it, without hope of ever extricating themselves. Russia has thus become the black hole of humanity. If emptiness in Europe were represented by a table-top, awaiting the serving of dishes on its surface, then in Russia someone is sitting under the table, constantly pulling off the table cloth, so that everything on the table is immediately thrown off and disappears into the void. Such is Kabakov's nightmarish and panic-stricken vision of his homeland: a metaphysical abyss.

"Russian Postmodernism: New Perspectives on Post-Soviet Culture", Mikhail Epstein, Aleksandr Genis, Slobodanka Vladiv-Glover, Berghahn Books, 1999, ISBN:1571810986, page 325.

Friday, August 01, 2008

Nog eens Nijhoff?


Dit zijn de daden van een uitgeverij, die ik soms zo onvoorspelbaar vind. Als ik een pakje van boekenverhandelaars Prometheus thuisbezorgd krijg, is er altijd een spannend moment. Het openscheuren van de kartonnen verpakking is een ritueel. Het is zaak om zo snel mogelijk te zien wat in het pakje zit. Dat kan fel tegenvallen. Hier bijvoorbeeld...

Groot was mijn verwondering om te vernemen dat Prometheus zonder enige duiding nog maar eens een bloemlezing van Martinus Nijhoff op de markt gooit. Vorige maand verscheen de tweede druk van de lijvige 'Verzamelde Gedichten' van Nijhoff, samengesteld en geannoteerd door Wiljan van den Akker. We zwoegden ons door de turf, lazen alle gedichten meerdere keren, zelfs de zeer slechte, en schreven uiteindelijk een artikeltje over het boekwerk ('Twist met mij twist niet met mate', eveneens op deze site). Deze maand verschijnt bij dezelfde uitgeverij nog een boekwerkje met gedichten van Nijhoff, een soort bloemlezing samengesteld door de Nederlandse jonge dichter Thomas Möhlmann.

Nu ja, ons saturatiepunt wat betreft Nijhoff, was al een tijdje bereikt. Wat is de zin hiervan? Wel, het doorleefde gezicht van Nijhoff op de kaft, de mooie titel van het boekje, de groene sticker met de prijs (dit is dus een goedkope uitgave!) en het nawoord van Thomas Möhlmann, waarin ik hoopte wat meer te zullen lezen over de invloed van de poëzie van Nijhoff op die van Möhlmann. Snel naar het nawoord dus. Möhlmann houdt het summier en anekdotisch. Een stuk persoonlijke geschiedenis lezen we over zijn eerste kennismaking met het werk van Nijhoff op jonge leeftijd en in verschillende stadia van zijn leven, hoe hij verglijdt van een interesse voor 'de sterk romantische beeldtaal en elegantie van De Wandelaar' naar 'een interesse voor de thematisering van het dichterlijke proces en het zoeken naar een zo menselijk mogelijke poëtische taal in Vormen en Nieuwe Gedichten'.

We krijgen een uitgebreide verantwoording waarom hij die en die gedichten koos. Een vluchtige blik in 'De Vloeibare Jongen', de bundel van Möhlmann, die een paar jaar geleden verscheen bij Prometheus, leert dat er zeker overeenkomsten zijn met Nijhoff: de zin voor herhaling, de muzikaliteit, de soberheid, de vervreemdende poëtische scènes,... Ik had liever gezien dat de auteur wat diepgaander ingegaan was op de poëtische aspecten die hem binden met Nijhoff of waarmee hij zich afzet tegen een al te grote invloed van het monstre sacré van de Nederlandse poëzie. Het is natuurlijk wel een handig boekje. De gedichten lezen makkelijker dan een volledig verzameld werk, waar je de goede gedichten moet ziften uit de minder goede. Maar ik begrijp niet goed waarom Prometheus zonder duidelijk project - tenzij commercieel! - een maand na de 'Verzamelde Gedichten' nogmaals voor de dag komt met een bloemlezing van Nijhoff. Te veel is nu eenmaal te veel! Ik hou het persoonlijk voorlopig liever bij de 'Verzamelde Gedichten'.

'Dit zijn de daden waar ik mens voor was', gedichten van Martinus Nijhoff, samengesteld door Thomas Möhlmann, Prometheus, 2008, ISBN: 978 90 446 0949 03.

Sunday, July 27, 2008

Saturday, July 26, 2008

The Wigmaker In Eighteenth-Century Williamsburg


Moeilijk om een band als To Live and Shave in L.A. te typeren! Tom Smith aka OM Myth en zijn companen Rat Bastard en Ben Wolcott waren ruim 10 jaar actief in de Amerikaanse fringe culture toen in ’95 door persoonlijke problemen vrij abrupt een einde kwam aan een turbulente en briljante dubbele achtbaan doorheen het muziekcircus. Pas na de split werd duidelijk welke unieke plaats TLASILA bekleedde in het undergroundcircuit. De eigenzinnige Smith is een schitterende punkpoëet en een begenadigd muzikant met een geheel eigen visie. Het eigengereide in een esthetisch erg geslaagde hoes gestoken 'The Wigmaker In Eighteenth-Century Williamsburg', uitgebracht op het New Yorkse Menlo Park, is een dubbel-cd die het belang van deze ter ziele gegane groep nog maar eens dubbel en dwars onderstreept. TLASILA putte tegelijk uit alle muziekstijlen die de laatste veertig jaar de revue passeerden, bezigde een onbezoedelde punkethos en leek een logische invulling van de vacante plaats die The Cramps en The Birthday Party in het midden van de jaren tachtig nalieten. Referenties zijn er genoeg maar het straffe is dat Smith die nagenoeg schuwt. Hij wilde met TSALILA gewoon de beste zijn in deze lage soort. Scabreuze en schokkende teksten werden erin gehamerd door een eenvoudige maar superefficiënte opstelling van bas en zogenaamde ‘exteriors’. Tegelijk schrok Smith er niet voor terug om elektroakoestische elementen en oscillatoren toe te voegen aan de totaalsound. Neem er die onvervalste croonerstem nog bij en je hebt het recept voor één van de origineelste en onbegrepen bands van de laatste tien jaar. Aan 'The Wigmaker…' werd trouwens ruim 5 jaar gewerkt. En dat is eraan te horen. Het is tegelijk een testament en één van de krachtigste muzikale statements die we de laatste tijd tot ons namen. Het vergt wat tijd om dit loodzware kleinood tot je te nemen omdat je in het begin de bomen door het bos niet ziet. Gedurende 116 minuten en 27 nummers bestookt Smith je immers in overtreffende trap met zijn dubbelzinnig arsenaal aan onverstaanbare teksten die meestal over gore seks en de waanzinnigste ondergrondfiguren handelen. Ondefinieerbare samples faden in en uit. Oscillatoren piepen en schreeuwen. Pure gekheid om je in één keer door dit alles heen te slepen. Maar na herhaalde beluisteringen merk je hoe onder deze schreeuwerige en bijna prekerige noise echte nummers schuilen met een onorthodoxe maar intrigerende opbouw. Het tekstboekje is handig om bij te houden. Zo op het eerste zicht kun je immers niks opmaken uit de gescandeerde teksten van Smith die op een prentenboek lijken uit de negentiende eeuw met een lijst van de meest onmogelijke moordenaars, verkrachters en mislukte ondergrondfiguren. Dankzij 'The Wigmaker…' is onze verbeelding een stuk rijker geworden met uit de goot geplukte maar onsterfelijke figuren als de loopse Blandina, Miss High Heels, Tortillon Fluff, Brown Dress Bob en de fameuze Honeycomb Tripe die op gruwelijke wijze een stargazer verkracht in het gelijknamige nummer. TLASILA vond zijn inspiratie in de donkerste regionen van de Amerikaanse samenleving. Intussen vond Smith onderdak bij het Weense Mego met het veel rustiger OHNE waar zijn talenten als dichter iets bedaarder naar voor komen. Dankzij 'The Wigmaker…' zal de onovertroffen sound van TLASILA u niet onberoerd laten. Een welgemikte kopstoot in uw edele delen.

TO LIVE AND SHAVE IN L.A., 'The Wigmaker In Eighteenth-Century Williamsburg', Menlo Park, www.menloparkrecordings.com

http://www.blastitude.com/11/pg4.htm

http://www.dustedmagazine.com/features/4

http://www.myspace.com/toliveandshaveinla

*deze recensie verscheen in het Nederlandse underground muziektijdschrift Fake en op www.urbanmag.be

Thursday, July 17, 2008

On "Metaphysical Radicalism".

'In the West, the field of philosophy is more or less clearly divided into ontology, the theory of being, and epistemology, the theory of knowledge. In Russia, such a division is almost irrelevant since philosophy addresses a conception of being that is itself constructed by thinking. Beginning with Chaadaev, and the Westernizers and Slavophiles, Russian philosophy focused on the secondary reality, one created by ideas. In Russia, thought tried to confront the triumph of thought. One speculative capacity, "intelligentsia," opposed itself to another speculative capacity, "ideocracy," — but the former also created the latter. This self-contradictory movement of thought, shattering its own foundations, gives an unprecedented, sometimes "suicidal" quality to Russian philosophy. It may have been "derivative" and "secondary," but not so much in respect to Western thought, as in relation to properly Russian, utterly artificial, fabricated, and "ideational" reality.'

Mikhail Epstein on the nature of 'Russian philosophy', "Main Trends of Contemporary Russian Thought", paper based on his research of Russian Philosophical and Humanistic Thought 1950-1991.

Sunday, July 06, 2008

Nijhoff, Visser, Benders, Gerbrandy & Kinneging, Lindner op Medium4You

Enkele van mijn artikels & recensies werden soms in licht gewijzigde vorm overgenomen door de schitterende Belgische publieke nieuwswebsite Medium4You. Het gaat om:

'De mens in het beest', over Kinneging & Gerbrandy
'Leven na de dood?', over Arie Visser
'Twist met ons twist niet met mate', over Martinus Nijhoff
'Merkwaardig Einde Van Een Voor De Rest Weinig Interessante Recensie', over Erik Lindner
'Een Hollandse magiër in Istanboel', over Martijn Benders

www.medium4you.be

Sunday, May 25, 2008

Twist met ons twist niet met mate


Over ‘Verzamelde Gedichten’ van Martinus Nijhoff

Keren we even terug. Wat zei u? De ‘Verzamelde Gedichten’ van Martinus Nijhoff? Is dit nog steeds essentiële kost voor de rechtgeaarde liefhebber van nederlandstalige poëzie? Gegarandeerd! Deze geannoteerde, nieuwe uitgave is reeds de tweede druk van een editie die eigenlijk stamt uit 2001. De rechtstreekse aanleiding voor deze verzamelde gedichten was het verschijnen van een historisch-kritische editie van het dichterlijk oeuvre van Nijhoff in 1992. De uitgave verscheen in 1993 in de reeks Monumenta Literaria Neerlandica in twee delen (drie banden). Niet elke dichter valt die eer te beurt. Dit monumentaal werk was bestemd voor een gespecialiseerd publiek.

zie ook: www.urbanmag.be

‘Verzamelde Gedichten', Martinus Nijhoff, tekstverzorging W.J. van den Akker en G.J. Dorleijn, eerste druk 2001, tweede druk 2008, Prometheus Amsterdam, ISBN 978 90 446 1117 5.

Sunday, May 18, 2008

'Emportez-moi' van Henri Michaux


EMPORTEZ-MOI

Emportez-moi dans une caravelle,
Dans une vieille et douce caravelle,
Dans l'étrave, ou si l'on veut, dans l'écume,
Et perdez-moi, au loin, au loin.

Dans l'attelage d'un autre âge.
Dans le velours trompeur de la neige.
Dans l'haleine de quelques chiens réunis.
Dans la troupe exténuée des feuilles mortes.

Emportez-moi sans me briser, dans les baisers,
Dans les poitrines qui se soulèvent et respirent,
Sur les tapis des paumes et leur sourire,
Dans les corridors des os longs et des articulations.

Emportez-moi, ou plutôt enfouissez-moi.

Extrait de "L'espace du dedans"


http://www.frappr.com/amphicarowners

http://www.renaultcaravelle.com/cheapwheels.html


Een stukje persoonlijke geschiedenis over Peter W. Het is zo dat de prachtig gestileerde Renault Caravelle in het begin van de jaren zestig erg tot de verbeelding sprak van de artistieke beau monde. Als jongetje droomde ik er ook van om op een dag het ruime sop te kiezen met een Caravelle. Elke zondag werden mijn twee zussen en ik immers op de achterbank van een ordinaire Volkswagen Kever door mijn ouders naar Lo gereden. Ergens ter hoogte van Elzendamme (met die fake zend- alias Eifeltoren, kinderen toch, hé…) was er een Renault-garage en daar stond altijd een Caravelle. Ik was werkelijk begeesterd door dat model. Hij staat er trouwens nog steeds te pronken. Ongelooflijk! Ik spreek over meer dan 30 jaar geleden! Het design van de Caravelle werd in ‘61 waarempel gebruikt voor de Amphicar, vandaar het sloepachtige gegeven in het gedicht van Michaux! De Amphicar was de wagen waarin ons aller held Kapitein Zeppos rondtoerde en rondzwalpte. De ’sloep’-link is gauw gelegd van Kapitein Zeppos naar het gedicht van Henri Michaux. Het gedicht wordt er alleen maar mooier door. Zo heb ik aangetoond dat de ‘caravelle’ in het gedicht van Kapitein Michaux eigenlijk zijn ‘dream car’ is, waarin hij wil wegzoeven over de baren van de Noordzee.

Addendum: Er is me trouwens nog iets opgevallen aan de foto. Die vent aan het stuur lijkt verdacht veel op ons aller Wim Opbrouck, nog zo’n Belgische zwetser… Zou het kunnen dat Opbrouck hier de bij uitstek Belgische surrealistische traditie van Kapitein Michaux naar Kapitein Zeppos gewoon voortzet aan het stuur van een lichtblauwe Amphicar op de golven van de onstuimige Noordzee? Is het hier dat zijn idee voor Het Eiland ontstond? Trotseert Opbrouck de stormachtige Noordzee op weg naar het eiland aan het stuurwiel van een vlottende Renault Caravelle-Amphicar? Haalde Opbrouck met andere woorden zijn inspiratie uit het gedicht van Michaux?

Friday, May 16, 2008

Lauwereyns, Spinoy, Verhelst...

Nog even wat extra aandacht voor de drie beste dichtbundels van het afgelopen jaar (van 05/2007- tot 05/2008), waaraan in de media voor het overige veel te weinig aandacht geschonken werd. Nogmaals een pleidooi voor moeilijke poëzie! Of toch niet zo moeilijk?

Jan LauwereynsAnophelia! De mug leeft, Meulenhoff/Manteau, Antwerpen/Amsterdam 2007; ISBN 978 90 8542 093 4

http://meandermagazine.net/recensies/recensie.php?txt=3370

Erik Spinoy Ik, en andere gedichten, Meulenhoff/Manteau, Antwerpen/Amsterdam 2007; ISBN 978 90 8542 115 3

http://www.urbanmag.be/artikel/1227/het-ik-en-vele-andere-dingen

Peter Verhelst - nieuwe sterrenbeelden; Prometheus, Amsterdam, 2008, ISBN 978 90 446 1146 5.

http://www.urbanmag.be/artikel/1334/nieuwe-sirenengezangen

Surrealist Survival Kit








hi lorelei

i'm nearly there
prepare ur surrealist
survival kit

vogelbekdierei
duivenoog snipper kei
dronken sjamaan uit klei
knikker brandglas talisman

haar op je hoofd dat denkt
huidschilfer van leonora
carrington

let there b were wolves!


(uit: "Kelp", Driewerf, juni 2006)

Sunday, May 11, 2008

Een Hollandse magiër in Istanboel


Enkele weken geleden had ik met de Nederlandse dichter Martijn Benders een internetdiscussie over zijn debuutbundel Karavanserai. Ik vroeg hem onder meer of zijn bundel sjamanistische trekjes had. “Ik ben gekant tegen de idee dat Karavanserai een sjamanistische bundel zou zijn”, antwoordde Benders. “Dat is wellicht ten dele zo, maar het dekt de lading niet afdoende. De bundel maakt in gebruik van bezweringen, vooral in deel drie, maar ’sjamanistisch’ of ‘religieus’ is de bundel an sich niet. Wat is het wezenlijke verschil tussen de magier, de mysticus en de sjamaan? Die laatste heeft altijd een doelgroep nodig, een tribe. De voorlaatste heeft een godsbeeld nodig. De magier heeft geen van beide nodig - hij bedrijft zijn kunsten niet voor derden en heeft ook geen boodschap aan bepaalde theologische opsmuk. Als ik het toch iets zou moeten noemen, zou ik Karavanserai een magische bundel noemen. Dat dekt de lading beter, hoewel er allerlei andere elementen in verweven zitten.”

Martijn Benders, ‘Karavanserai’, Nieuw Amsterdam, Amsterdam 2008, ISBN 978 90 468 0363 9.

Uit: 'Een Hollandse magiër in Istanboel', nu te lezen op www.urbanmag.be.